ITo. 15821
DE RAAD DDR GEIJEEITTH LEEITJARDEIT
Overwegende, dat het gemiddeld aantal leerlingen naar de maat
staf van artikel 28 der Lager-onderwijswet 1920, in 1960 aan de
ïïiardaskoalle (Goutum), Uniaskoalle (ïïirdun), Prof. ïïassenberghskoall]
(Lekkun) en J.II. van IJsselskoalle (Kempens) resp. 57, 71 5 60 en 29
bedraagt 3
dat ingevolge artikel 22bis, eerste lid, van genoemde wet tot
opheffing van deze scholen dient te worden besloten, daar het aantal I
leerlingen van elk dier scholen minder dan 100 is?
dat evenwel de instandhouding van bovenbedoelde scholen krachten!
artikel 19 dier wet wordt gevorderd?
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 29 no
vember i960 (bijlage no. 290);
BESLUIT;
net toepassing van artikel 22bis, tweede lid, der Lager-onderwijswet
1920, te verklaren, dat de instandhouding van de ïïiardaskoalle (Gou-
tum), de Uniaskoalle (wirdum), de. Prof. Wassenberghskoalle (Lekkum)
en de J.II. van IJsselskoalle (Henpens) ingevolge artikel 19 dier wet
wordt gevorderd.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Stadsautobusdienst
Bijlage no. 291. Leeuwarden, 50 novenber i960.
Aan de Geneenteraad
Sedert de uitbreiding van de stadsautobusdienst met een derde lijn,
welke uitbreiding in februari 1956 plaats vond, heeft de dienst zich voor
spoedig ontwikkeld. Dit noge blijken uit onderstaande cijfers net betrek
king tot de aantallen vervoerde personen en de exploitatie-uitkomsten;
jaar aantal passa- exploitatie- aandeel geneente
giers tekort in tekort
1955
1.322.021
f 20.266,19
f 12.266,37
1956
1.558.069
44.594,19
33.445,64
1957
1.630.731
57.157,74
42.868,31
1958
1.672.570
24.319,48
18.239,61
1959
1.737.573
22.190,76
16.643,07
De uit bovenstaande cijfers blijkende groei heeft zich ook in i960
voortgezet. Over de naanden januari t/m oktober van i960 bedroeg het aan
tal reizigers 1,608.276; in de overeenkomstige periode van 1959 werden
1.406.811 personen vervoerd. De toeneming van het aantal passagiers be
treft in zeer belangrijke mate lijn 1die een doorgaande verbinding vormt
tussen het noordoostelijke en het zuidwestelijke deel van de stad. Vooral
van de verbinding van de noordoostelijke wijk net het Wilhelminaplein wordt
soms zo druk gebruik genaakt, dat het inleggen van extra bussen noodzake
lijk is. Herhaaldelijk kan echter niet voldoende in de vervoersbehoefte
worden voorzien.
Door de voortgang van de bebouwing in de uitbreidingsplannen 't
Heechterp en 't llijlan is de vervrachting gewettigd, dat de vervoersbehoefte
van de buitenwijken naar het centrum van de stad in de nabije toekomst nog
aanmerkelijk zal toenemen. Aan deze behoefte kan alleen worden voldaan door
het in gebruik nemen van een nieuwe lijn, die de noordoostelijke en zuid
westelijke stadsdelen zal doorkruisen. De II.V. ÏTederlandsche Tramweg maat
schappij heeft ons daarom oen plan voorgelegd voor oen dergelijke lijn,
welke op de voor U ter inzage gelegde tekening met een rode kleur is aan
gegeven. Het ligt in het voornemen bij invoering van deze nieuwe lijn ge
lijktijdig de route van lijn 1 enigszins te wijzigen. De gewijzigde route
van deze lijn is op de tekening met een zwarte lijn aangegeven. Een en
ander betekent, dat het meest westelijke gedeelte van Leeuwarden-zuid een
aansluiting op de stadsbusdienst zal krijgen en dat dit ook met het noordoosten
van het stedelijkegebied, met name voor de wijk 't Heechterp, het geval
zal zijn.
De kosten van invoering van een nieuwe lijn bedragen over het eerste
jaar, na aftrek van de verwachte toeneming van de opbrengst der verkochte
plaatsbewijzen, naar raming f 65.000,--. Het exploitatie-tekort voor de
bestaande lijnen kan, rekening houdend met de in i960 opgetreden kosten
stijgingen en met de verwachte voortgezette toeneming van het aantal rei
zigers veilig worden gesteld op maximaal f 35.000,--. De verwachting is
daarom o.i. gewettigd, dat het totale tekort van de uitgebreide stadsauto
busdienst zeker niet hoger zal zijn dan f 100.000,-- per jaar. Vermoedelijk
zal het tekort een dergelijke omvang zelfs niet aannemen, omdat zowel het
tekort voor de bestaande drie lijnen als de verwachte toeneming van het
aantal passagiers voorzichtig zijn geraamd. Door de groei van het aantal
vervoerde personen ook in de toekomst, zal het nadelige exploitatie-saldo
"ongetwijfeld"