Ons standpunt in dezen is gegrond op de in de praktijk verkregen erva ringscijfers inzake het aantal kinderen, dat bij bepaalde leerlingencij- fers van het gewoon lager onderwijs, binnen een zeker rayon, het onder wijs aan een school voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden pleegt te volgen. Voor een nadere uiteenzetting hieromtrent menen wij kortheidshalve te mogen verwijzen naar ons voorstel van 29 november jl. bijlage no. 292, betreffende de oprichting van een overeenkomstige open bare school. Aangezien blijkens de bij de aanvrage overgelegde stukken ook overi gens aan alle in artikel 73 der Lager-onderwijswet 1920 omschreven ver eisten is voldaan, behoort naar onze mening de medewerking tot stichting van een bijzondere school voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijk heden te worden verleend. ïïij geven U dan ook in overweging te besluiten overeenkomstig het hierna volgende ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Heulen, Burgemeester. de Jong, Secretaris. Verzonden 30 november i960. No. 15843. DE RAAD DER GEMEENTE LEEWARD EN Gelezen een op 10 oktober jl. ingekomen verzoek van het bestuur der Vereniging voor Christelijk onderwijs aan kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden, gevestigd te Leeuwarden, om gelden uit de gemeentekas te mogen ontvangen voor de stichting van een school voor buitengewoon lager onderwijs, bestemd voor kinderen met leer- en op voedingsmoeilijkheden overwegende, dat in dit geval de artikelen (2 tot en met 83? 85 en 86 der Lager-onderwijs?/et 1920 van toepassing zijn en dat de aan vrage voldoet aan de in artikel 73 van genoemde wet omschreven ver eist en gelet op het advies van Burgemeester en V/ethouders van 29 no vember i960 (bijlage no. 293)? BESLUIT: de gevraagde medewerking te verlenen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1960 | | pagina 508