DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
No. 16671.
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 16 de
cember i960 (bijlage no. 315);
gelet op de artikelen 17Ó en 228, sub a, der Gemeentewet;
BESLUIT:
met de "Stichting Leeuwarder Industriegebouwen", gevestigd te Leeuwarde:
hierna genoemd "de stichting", een overeenkomst aan te gaan tot het ver
strekken van een geldlening, groot 409«550s-~ vierhonderd negen dui
zend vijf honderd en vijftig gulden), of zoveel meer of minder als voor
het stichten van twee industriehallen benodigd zal zijn, en wel onder
de volgende voorwaarden
1. De geldlening zal, tegen een koers van 100a/o, door de gemeente worden
verstrekt naarmate de bouv/ van de twee industriehallen, het bouwrijp
maken en de eigendomsoverdracht van de grond door de gemeente, dit
naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, vor
deren.
2. De voldoening van de verschenen termijnen der geldlening geschiedt
door storting op een door Burgemeester en V/ethouders te bepalen wij
ze.
3. De stichting zal van het onafgeloste gedeelte van de geldlening een
rente betalen van vier en een half procent (4^7) per jaar, jaarlijks
te voldoen op de hierna te vermelden tijdstippen.
4. De stichting verbindt zich om van de geldlening
a. een bedrag van 327.000,-- of zoveel meer of minder als de bouw
kosten van twee industriehallen zullen hebben bedragen, af te los
sen op basis van de aflossingsbestanddelen van een 50-jarige 4-gc/0
annuïteitslening, de eerste aflossing te voldoen een jaar na de
gemiddelde vervaldag der termijnen, waarin de lening is opgenomen
b. een bedrag van 82.550,-- of zoveel meer of minder als de grond-
kosten van de twee industriehallen zullen hebben bedragen, af te
lossen in één bedrag, 50 jaar na de gemiddelde vervaldag van de
termijnen, waarin de geldlening is opgenomen.
5. De stichting verbindt zich de rente, verschuldigd voor het gedeelte
van de geldlening, dat betrekking heeft op de bouwkosten van de te
bouwen hallen, te voldoen in jaarlijkse annuïteiten, als genoemd
onder sub 4 - a en de rente verschuldigd voor het gedeelte van de
geldlening, dat betrekking heeft op de grondkosten, eenmaal per jaar
te voldoen, voor de eerste maal een jaar na de gemiddelde vervaldag
van de termijnen, waarin de geldlening is opgenomen.
6. De stichting verbindt zich bij eigendomsoverdracht van activa, ge
financierd met de onderhavige geldlening, onmiddellijk na deze eigen,
domsoverdracht extra af te lossen op de geldlening en wel tot een
bedrag, gelijk aan de boekwaarde van de in eigendom overgedragen
activa. De stichting is te allen tijde bevoegd tot vervroegde gehele
of gedeeltelijke aflossing van de geldlening.
ti 7 ti