Verkoop grond Hobbemastraat voor bouw kerk.
Bijlage no. 52. Leeuwarden, 24 februari 1960.
Aan de Gemeenteraad.
Bij zijn besluit van 7 oktober 1959> nr. 123335 besloot Uw Raad tot
verkoop aan de kerkvoogdij van de hervormde gemeente Iïuizum van een per
ceel grond, ter grootte van 2570 m2gelegen ten noordoosten van de
Julianalaan en aan de oostzijde van de HobbemastraatDe kerkvoogdij is
voornemens op dit terrein een kerkgebouw te stichten. Gedeputeerde Staten
van de provincie Friesland hebben bij hun beschikking van 8 februari 1960,
afdeling 2, nr. 2435 aan dit besluit hun goedkeuring onthouden. Zij heb
ben namelijk overwogen, dat zij op 1 februari i960 hun ingevolge artikel
37 van de Woningwet vereiste goedkeuring hebben geweigerd ten aanzien van
de bestemming van het gedeelte van het plan tot herziening van het uit
breidingsplan Zuid-West I, dat begrensd wordt door het Julianapark, de
Julianalaan en de Hobbemastraat. Dientengevolge kan, naar genoemd college
verder overweegt, het plan tot het bouwen van een kerk op het bovenom
schreven perceel grond, dat gelegen is in dit gedeelte van bedoeld uit
breidingsplan, niet worden verwezenlijkt zonder in strijd te komen met
het uitbreidingsplan.
Wij merken omtrent de bezwaren van Gedeputeerde Staten tegen het on
derhavige verkoopbesluitdie hun aanleiding gaven de goedkeuring daaraan
te onthouden, het volgende op.
Zoals wij reeds hebben doen blijken in onze beschouwingen omtrent de
weigering van de goedkeuring van het gedeelte van het plan tot herziening
van het uitbreidingsplan Zuid-West I, dat op het onderwerpelijke perceel
betrekking heeft (zie bijlage no. 51)5 achten wij de voorgenomen bouw van
een kerkgebouw ter plaatse stedebouwkundig verantwoord. Het ontworpen plan
vcor deze bouw waarborgt onzes inziens ten volle, dat een harmonis Oh ge
heel zal ontstaan en dat de eenheid van het Julianapark niet zal worden
aangetast. Gevaar voor gebrek aan mogelijkheden voor passieve recreatie
in de wijk ten westen van de Verlengde Schrans - welke wijk op den duur
hoogstens 20.000 inwoners zal tellen - behoeft evenmin te worden gevreesd,
nu aan een uitgestrekt gebied aan de westzijde van deze wijk ter grootte
van 35 ha een recreatieve bestemming is gegeven en hiervan een gedeelte
van 7 ha voor passieve recreatie is aangewezen. Het geringe verlies aan
uitbreidingsmogelijkheid van bovengenoemd park door bestemming van 0,25
ha voor bebouwing behoeft uit dien hoofde dan ook geen bezwaar op te leve
ren, te minder indien men in het oog vat, dat dit park desondanks een op
pervlakte van ruim 4 ha zal kunnen krijgen.
De bouw van het geprojecteerde kerkgebouw is elders in deze wijk ste
debouwkundig zeer moeilijk te realiseren. In elk geval moet een centrale
ligging in de wijk dan uitgesloten i/orden geacht.
Het voor dit stadsgedeelte nog steeds van kracht zijnde uitbreidings
plan (van Leeuwarderadeelgeeft aan het omstreden terrein, deels de be
stemming van verharde weg en deels van bebouwing met openbare gebouwen
met bijbehorend terrein.
Het plan voor de voorgenomen bebouwing moge weliswaar afwijken van
dit uitbreidingsplan, daarmede is naar onze mening niet zonder meer uit
gemaakt, dat de verkoop van de grond, in strijd is met de Wet, of met
het belang van de gemeente, dan wel om andere relevante redenen ontoe
laatbaar. Te minder kan zulks worden aanvaard nu vaststaat, dat het gel
dende uitbreidingsplan zodanig verouderd en door de feitelijke ontwikke
ling achterhaald is, dat het kwalijk als toetssteen voor het gemeentelijk
belang kan worden gehanteerd. Terloops zij er nog aan herinnerd, dat de
"herziening"