Wijziging Verordening op de cursus oud-leerlingen B.L.O.
Bijlage no. 88. Leeuwarden, 25 maart 1961.
Aan de Gemeenteraad.
De beloning van de leerkrachten van de gemeentelijke cursus voor
onderwijs aan oud-leerlingen der scholen voor buitengewoon lager onder
wijs bedraagt volgens artikel 9 der op deze cursus betrekking hebbende
verordening f.156,-- per jaar voor elk wekelijks lesuur van zestig minu
ten. Het hoofd van de cursus ontvangt alszodanig een toelage van f.100,-
per jaar. Deze bedragen zijn sinds 1 januari 1951 steeds verhoogd met
de procentuele verhogingen en toelagen, welke aan ambtenaren en onderwij
zend personeel werden toegekend en zijn dientengevolge gestegen tot resp.
f.220,48 en f.143,10.
Laatstgenoemde bedragen zijn, zowel in vergelijking met de beloning
voor andere categorieën onderwijzend personeel, als in verhouding tot de
voor deze cursussen in andere gemeenten vastgestelde bedragen, aan de
lage kant. Dit is ons o.m. gebleken uit een enquête, ingesteld door het
Centraal Bureau voor Onderwijsadviezen en Kinderbescherming van de Neder
landse Onderwijzersvereniging, waarvan de resultaten zijn neergelegd in
een bij de raadsstukken voor IJ ter inzage gelegd rapport.
Het komt ons billijk voor de beloning van de leerkrachten gerekend
met ingang van 1 januari i960 vast te stellen op f.5,-- per lesuur van
zestig minuten en de toelage als hoofd op f.150,-- per jaar. Door middel
van een aanvulling van artikel 10 der verordening ware ons college de be
voegdheid te verlenen deze bedragen, wanneer daartoe aanleiding bestaat,
met procentuele verhogingen, uitkeringen en toelagen, welke aan het
onderwijzend personeel bij het lager onderwijs worden toegekend, te ver
hogen.
De aan de cursus verbonden leerkrachten kunnen zich met de genoemde
bedragen verenigen.
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te besluiten
overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M.van der Meulen, Burgemeester.
de Jong, Secretaris.
Verzonden 1 april 1961.