Vooral de toename van het aantal personenauto's doet dit probleem
steeds nijpender worden. Bedroeg het aantal personenauto's in deze
Gemeente in 1955 nog 1 op de 38 inwoners, in 1959 wus dit reeds
1 op de 25 inwoners. Gezien de algemene tendenz zal.deze ontwikkeling
zich in de komende jaren ongetwijfeld blijven voortzetten.
Werd tot voor kort algemeen aanvaard, dat het scheppen van parkeerge
legenheid als een taak van de overheid moest worden gezien, gedurende
de laatste jaren wint meer en meer de gedachte veld, dat er bij het
bouwen, uitbreiden enz. van gebouwen rekening moet worden gehouden met
het voorzien in parkeer- en stallingsruimte voor bezoekers en eigen
personeel. In diverse Gemeenten, waar het parkeer- en stallingsprobleem
urgent is, is men er dan ook toe overgegaan in de bouwverordening een
bepaling op te nemen, krachtens welke nadere eisen kunnen worden ge
steld, waaraan bij het bouwen, uitbreiden en geheel veranderen of ver
nieuwen van woon- en andere gebouwen moet worden voldaan met betrek
king tot het voorzien in ruimten voor het parkeren van motorvoertuigen
en het stallen van rijwielenon rijwielen net hulpmotor.
ÏJog afgezien van de vraag of een bepaling van een dergelijke strekking
wel in de bebouwingsvoorschriften bij uitbreidingsplannen thuis hoort
en daarin zal worden getolereerd, heeft de opneming van een dergelijke
bepaling in de bouwverordening het voordeel, dat deze voor de gehele
Gemeente c.q. voor het gedeelte van de Gemeente waarvoor de bouwver
ordening geldt, van toepassing is, terwijl daarentegen opneming in be-
bouvdngsvoorschriften slechts tot gevolg heeft, dat de parkeerbepaling
slechts voor een "bepaald stadsdeel geldt.
Gezien de moeilijkheden, welke ook in het stedelijke gedeelte van deze
Gemeente reeds bestaan, verdient het aanbeveling in de bouwverordening
voor het stadsgebied een bepaling als bovenbedoeld op te nemen. Ver
wezen moge worden naar bijlage I, letter Ap (artikel 75 d)
Behalve de bovenvermelde voorzieningen bevat bijlage I nog andere
voorstellen, welke hieronder, waarnodig, nader worden toegelicht.
Letter C
De bouwverordening bevat een aantal bepalingen, waarin normaalbladen
en andere, niet-wettelijke regelingen van toepassing worden verklaard. Het
komt echter meermalen voor, dat deze door de daartoe bevoegde lichamen
worden herzien of door andere normen of regelingen van dezelfde strekking
worden vervangen. Het wordt wenselijk geacht de mogelijkheid te openen,
dat Burgemeester en Wethouders "bevoegd zijn de toepassing van die gewij
zigde normen of regelingen te eisen c.q. toe te staan. Teneinde tot uit
drukking te brengen, dat de normen en regelingen, welke van toepassing
zijn verklaard, verbindende kracht hebben, is het gewenst, dat tegelijk
met het ter inzage leggen van de wijziging van de bouwverordening ook de
van toepassing zijnde normen en regelingen ter inzage worden gelegd. Ver
wezen worde naar het gestelde in punt II van bijlage II.
Letter D
De bestaande artikelen 5 en 6 bevatten bepalingen omtrent het wo
ningtoezicht en de bevoegdheden van deze dienst. Zo heeft het woningtoe
zicht o.a. de bevoegdheid om, indien het werk niet overeenkomstig de in
de bouwverordening gestelde eisen geschiedt of de toegepaste materialen
niet aan die eisen voldoen, in te grijpen en desnoods het werk stil te
leggen. De houder van de bouwvergunning of diens gemachtigde heeft het
recht hiertegen beroep in te stellen bij Burgemeester en Wethouders. Het
wordt wenselijk geacht het nemen van een beslissing door Burgemeester en
Wethouders aan een termijn te binden en de mogelijkheid te openen om
voorziening bij de Gemeenteraad te vragen, indien Burgemeester en V/et-
houders ingebreke blijven tijdig een beslissing te nemen.
Letters g. G en I
Met de vervanging van de artikelen 7, 10 en 11 door de artikelen
7 en 7a wordt beoogd de eigenaren van particuliere terreinen te kunnen
"dwingen"