-2-
D. Artikel 5 wordt gelezen als volgt:
"1. Het toezicht op de naleving van de in artikel 1 der Woningwet be
doelde voorschriften en van andere wettelijke bepalingen nopens de
volkshuisvesting is opgedragen aan het Woningtoezicht.
2. Het woningtoezicht is tevens belast met de zorg voor de naleving
van de bepalingen dezer verordening, voor zover het betreft bepa
lingen, welke niet steunen op de "Woningwet.
3. Ingeval het woningtoezicht van oordeel is, dat de uitvoering van
de bouw niet geschiedt overeenkomstig de in deze verordening ge
stelde eisen, of dat de toegepaste bouwmaterialen niet voldoen aan
deze eisen, geeft het daarvan schriftelijk kennis aan de houder
der vergunning, tenzij deze aan een mondelinge aanwijzing gevolg
geeft. Een mondelinge kennisgeving, hetzij aan de houder der ver
gunning, hetzij aan diens gemachtigde, is eveneens voldoende, wan
neer aan het Woningtoezicht uit de gang van zaken blijkt, dat on
middellijk ingrijpen geboden is.
4. "Van het oordeel van het woningtoezicht bij de bepalingen, waarom
trent verschil van inzicht, oordeel of gevoelen mogelijk is, is
beroep op Burgemeester en 'Wethouders toegelaten, Dit beroep moet
zijn ingesteld binnen vier dagen, zon- en algemeen erkende Christe
lijke en Nationale feestdagen niet medegerekend. Burgemeester en
Wethouders beslissen binnen twee weken na ontvangst van het beroep
schrift. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twee weken
worden verdaagd.
5. Hangende de beslissing van Burgemeester en Wethouders op een inge
steld beroep, bedoeld in het vierde lid, mag de door het woning
toezicht onjuist geachte uitvoering van het werk niet worden voort
gezet en mogen de afgekeurde materialen niet worden verwerkt. Wan
neer Burgemeester en Wethouders niet binnen de termijnen, bedoeld
in het vierde lid, een beslissing hebben genomen, vervalt de door
het woningtoezicht gedane kennisgeving ofaanwijzing.
6. Zo dikwijls de zorg voor de naleving van enig voorschrift dezer
verordening, hetwelk niet steunt op de Woningwet en strekt tot
handhaving van de openbare rust of veiligheid of tot bescherming
van het leven of de gezondheid van personen, dit vereist, wordt
bij deze verordening aan hen, die met de handhaving van dat voor
schrift zijn belast of daartoe moeten medewerken, de last verstrekt
alle al dan niet afgesloten ruimten, woningen daaronder begrepen,
desnoods tegen de wil van de eigenaar, bewoner of gebruiker, te
allen tijde te betreden of binnen te treden, zulks voor zover wo
ningen betreft, met inachtneming van het bepaalde in de wet van
31 augustus 1853, Staatsblad no. 83."
33. Artikel 6 wordt gelezen als volgt:
"1. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd omtrent do samenstelling
en de hoedanigheid van bouwerken en hun onderdelen, de toestand
van privaten, rioleringen, beerputten en afwateringen en de be
schikbaarheid van water, al zodanige onderzoekingen te verrichten
als voor een juiste beoordeling noodzakelijk zijn; zij zijn mede
bevoegd een middel tot watervoorziening, dat niet voldoet aan de
in deze verordening te dien aanzien gestelde eisen, blijvend of
tijdelijk af te sluiten.
112