-9-
4. De "breedte van de galerij bij zogenaamde galerijv/oningen moet ten
minste 1.20 n bedragen. De galerij noet worden afgeschermd door een
leuning van ten minste 1.20 m hoogte, voorzien van spijlen met een
afstand van ten hoogste 0,12 m, welke geen klimgelegenheid bieden,
of van enige andere gelijkwaardige constructie."
V. Na artikel 32 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
"Artikel 32a.
1Ten dienste van elke woning en van elke niet mot een woning ver
band houdende geheel of gedeeltelijk voor kantoordoeleinden bestem
de ruimte of combinatie van ruimten, dient een brievengleuf aanwe
zig te zijn in of nabij de toegang van de openbare weg af. De gleuf
noet van de openbare weg bereikbaar zijn, zonder dat deuren en/of
hekken, welke gewoonlijk op slot zijn, behoeven te worden gepas
seerd.
2. Indien de in het vorige lid bedoelde gleuf niet uitkomt in een tot
de woning of het kantoor behorende ruimte, dient achter de gleuf een
brievenbus te zijn aangebracht en noet nabij de gleuf op duidelijke
wijze zijn aangegeven, voor welke woning of welk kantoor de gleuf
bestemd is.
3. De brievengleuf en de brievenbus van een woning moeten beantwoorden
aan de eisen, gesteld in het normaalblad iTEIT 1770 (Brievenglouven
en brievenbussen voor woningen). Voor de andere in lid 1 genoemde
ruimten gelden de in deze norm genoemde afmetingen voor brieven
gleuf en brievenbus als minima.
4. Het niveau, vanwaar de brievengleuven worden bediend, mag niet
meer dan 2.50 m boven de kruin van de weg ter plaatse zijn gelegen.
Deze bepaling is niet van toepassing voor galerijwoningen en voorts
niet voor gebouwen net voor het publiek toegankelijke liften, mits
per galerij of verdieping ten minste 3 woningen of kantoren kunnen
worden bereikt.
5. Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in de eerste zin
van lid 4» indien het bij inachtneming daarvan niet mogelijk is de
brievengleuven doeltreffend aan te brengen."
W. In artikel 33 wordt na het woord: "slaapsteden" ingevoegd: "en van ar
tikel 32".
X. Artikel 35 wordt gelezen als volgt:
1. Een ruimte, bestemd voor privaat, mag niet kunnen worden bestemd
voor een ander doeleinde. Burgemeester en Wethouders kunnen hier
voor vrijstelling verlenen ton behoeve van de bestemming van een
ruimte tot privaat en badruimte, indien in de woning meer dan één
privaat aanwezig zal zijn. Burgemeester en Wethouders kunnen bij
de vrijstelling nadere eisen stellen.
2. Een privaat moet voorzien zijn van een privaattrechter of, indien
met betrekking tot de woning een verplichting tot aansluiting aan
de waterleiding bestaat, van een closetpot met waterspoeling.
3. Elk privaat moet door dichte wanden van steenachtig materiaal, een
dichte zoldering en een van binnen afsluitbare deur van do omge
vende ruimte zijn afgescheiden.
4. Een privaat moet rechtstreeks in verbinding staan met de buiten
lucht door middel van een beweegbaar raam, mot een oppervlak, in
de dag gemeten, van ten minste 0.06 m^dan wel door middel van een
luchtkoker van ten ninste 15 cm diameter. Een luchtkoker mag
slechts voor dén privaat dienen en moet ten minste 0.50 n boven
het dak, en indien zich in de onmiddellijke nabijheid een deur of
raam bevindt, ten ninste 0.50 n boven de bovendorpel van die deur
of dat raam uitmonden.
"5."