-25-
Artikel 53.
1 De buitenmuren en de balkdragende muren, zomede de scheidingsmuren
tussen al dan niet geheel of ten dele tot bewoning- bestemde gebouwen,
moeten een dikte hebben van ten minste 0.20 m (één steen) en in één
steens verband, ten genoegen van Burgemeester en Wethouders, worden
opgetrokken.
2. Indien de in het eerste lid genoemde muren een hoogte hebben van
meer dan 10 m, moeten zij tot de eerste verdieping een dikte van ten
minste fs- steen hebben; indien zij een hoogte hebben van meer dan
13 m moeten de dikte en de samenstelling zijn ten genoegen van Bur
gemeester en Wethouders; halfsteensmuren mogen tot geen grotere
hoogte worden opgetrokken dan 6.50 m.
3. Balksteunende muren moeten een dikte hebben van ten minste een halve
steen,
4. Met muren van één steen dikte of dikker worden gelijk gesteld spouw
muren, waarvan de samenstellende delen tezamen de gevorderde dikte
hebben en ten genoegen van Burgemeester en Wethouders onderling zijn
verbonden.
5. Indien muren uit ander materiaal dan metselwerk in normale baksteen
worden opgetrokken, moeten zij zodanige afmetingen verkrijgen en op
zodanige wijze zijn geconstrueerd, dat zij niet minder deugdelijk
zijn, dan wanneer zij in baksteen waren uitgevoerd.
6. Burgemeester en Wethouders kunnen ten aanzien van fabrieks- en pak
huismuren, muren die door grote hoogte, zware belasting of door een
groot aantal deur-, en venster- of andere openingen gevaar voor de
samenhang opleveren, of overigens in elk geval, waarin zulks door
hen nodig wordt geoordeeld, nadere voorzieningen voorschrijven.
7. De muren, bedoeld in dit artikel, mogen niet door beklamping, be
pleistering, bekleding of op vrelke wijze ook, op de vereiste dikte
worden gebracht.
8. Buitenmuren moeten worden opgetrokken in baksteen, kwaliteit hard-
grauw, in basterdmortel gemetseld, of in enig ten minste daarmede
gelijk te stellen materiaal»
9. Binnenmuren moeten worden opgetrokken van baksteen, kwaliteit best
rood, in slappe basterdmortel gemetseld, of in enig ten minste daar
mede gelijk te stollen materiaal»
10. Scheidingsmuren moeten worden opgetrokken in baksteen, kwaliteit
best rood, in basterdmortel gemetseld, of in enig ten minste daarme
de gelijk te stollen materiaal,
11. Toepassing van kalkzandsteon in de voorlagen van buitenmuren is ver
boden,
12. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de in
dit artikel vervatte vcorcchriften. Alsdan gelden de door hen te
stellen nadere eisen.
Artikel 54-
1De buitenmuren van een gebouw en de scheidingsmuren tussen gebouwen
moeten, wanneer daarin niet de balkon zijn opgelegd, in welk geval
daarop het vierde lid van dit artikel van toepassing is, op elke
balklaag boven de begane grond op afstanden van ten hoogste 2 m ver
ankerd worden met aan de balken goed verbonden ankers, uit gesmeed
ijzer, waarvan de doorsnede, de lengte en de constructie zijn ten
genoegen van Burgemeester en Wethouders.
2. De binten van een houten balklaag mogen niot op eon grotere afstand
van elkaar dan 0.75 m hart op hart worden gelegd.
"3."