-28-
8, Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien
van de afvoer van spoelwater en fecaliën, en van het aantal en de
plaats van privaten in gebouwen, als bedoeld in artikel 43; eerste
lid onder b.
9. Het is verboden regenwater in een beerput te doen uitlopen.
10. Het bepaalde in het eerste lid onder o geldt niet, voor zover het
water ten genoegen van Burgemeester en Wethouders op eigen terrein
kan worden verzameld.
Artikel $8
1De inwendige diameter van een ronde beerput moet ten minste bedrageni
1.50 m, wanneer de put dient voor het opnemen van fecaliën van 1
woning
1,80 m, wanneer de put dienu voor het opnemen van fecaliën van 2
woningen;
2.00 m, wanneer de put dient voor het opnemen van fecaliën van 3
woningen.
2, De nuttige hoogte van een ronde beerput, waaronder is te verstaan
de afstand tussen de opening tot het doorlaten van de uitlaatbuis
en de bodem, moet in de in het eerste lid bedoelde gevallen 1.50 m
bedragen.
3, Indien de fecaliën van meer dan 3 woningen in ronde beerputten moeten
worden opgenomen, cf indien ronde beerputten dienen voor andere ge
bouwen dan woonhuizen, worden de afmetingen en do inrichting der
beerputten, zomede het aantal te plaatsen beerputten door Burgemees
ter en Yfethouders vastgesteld.
4, Burgemeester en Wethouders stellen de afmetingen vast van beerputten
van andere dan ronde vorm.
5, Onverminderd het bepaalde in dit artikel en de artikelen 59 tot en
met 62 dient de inrichting van een beerput in normale omstandigheden
te geschieden overeenkomstig de als bijlage II aan dezo verordening
toegevoegde tekening.
Artikel 59-
1Een beerput moet in een ronde vorm, of in een andere vorm ten genoe
gen van Burgemeester en Wethouders, van beton worden gemaakt en wor
den afgedekt met een vlakke kruin, tenzij Burgemeester en Sethouders
in verband met de ligging en de belasting van de put een toepassing
van een half-bolvormigehalf-cylindervormige of segmentvornige
kruin voorschrijven.
2. De wanddikte zowel als de bodemdikte van een beerput moet ten minste
0.08 m bedragen.
3. De in- en de uitlaatbuis moeten in de put ten minste 0.70 m van el
kaar verwijderd zijn.
4. De mond van de inlaatbuis moet 0.50 m gelegen zijn beneden de opening
voor het inlaten van die buis. De mond van de uitlaatbuis moet gele
gen zijn op de helft van de afstand tussen de bodem van de put en de
opening voor het doorlaten van de uitlaatbuis.
5. De inlaatbuis moet een S-vormige bocht hebben met de mondopening
ongeveer vertikaal, de uitlaatbuis moet loodrecht in de put neerhan
gen.
6. Op 0.10 m afstand van de uitlaatbuis moet een vlak vertikaal scherm
worden geplaatst, dat 0.10 m boven de openingen voor hot doorlaten
van in- en uitlaatbuis en e/enveel onder de mond var. de uitlaatbuis
"uitsteekt"