Afdeling H.
Toevoer van licht en lucht.
Artikel 65.
1Elke woning moet licht en lucht kunnen ontvangen door ramen in ten
minste twee buitenomtrekmuren.
2. Onder ramen worden in deze afdeling glasdeuren begrepen. Onder staan
de ramen worden te lood staande ramen verstaan.
Artikel 66.
1Elk vertrek moet zijn voorzien van één of meer in de buitenlucht
uitkomende staande ramen.
2. Het oppervlak van het glas van de in het eerste lid bedoelde ramen
moet, met inbegrip van het oppervlak van aanwezige glasroeden, ten
minste 1/5 gedeelte zijn van het oppervlak van het woonvertrek.
3. Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien
van het glasoppervlak van vertrekken, waarbij onmiddellijk boven de
ramen zich een gootoverstek of een luifel bevindt, breder dan 0.50 rn,
4. Indien een raam in de zijgevel van een gebouw op een afstand van
minder dan 2 m van een erfscheiding is verwijderd, zijn Burgemeester
en 'Wethouders niet verplicht met het oppervlak van het zich in dat
raam bevindende glas rekening te houden in verband met het bepaalde
in het tweede lid,
5. Voor woningen, waarbij de verlichting van een naar het oordeel van
Burgemeester en Wethouders voldoend aantal vertrekken en ten minste
van de vertrekken, bedoeld in artikel 25, eerste lid onder b, c en
d, in overeenstemming is met de eis, gesteld in het tweede lid, kun
nen Burgemeester en Wethouders voor de overige vertrekken vrijstel
ling verlenen van het in het tweede lid bepaalde.
Alsdan gelden de door hen te stellen nadere eisen.
6. Eén of meer der in het tweede lid bedoelde ramen, of althans een ge
deelte daarvan, moeten zover kunnen worden geopend, dat de totale
opening niet minder bedraagt van 1/4 gedeelte van het totale opper
vlak van het glas.
7. Voor zover zich in eon vertrek geen beweegbaar bovenlicht bevindt,
geheel hoger gelegen dan 2 m boven de vloer, en overigens ten ge
noegen van Burgemeester en Wethouders, moet nabij de zoldering een
andere inrichting tot luohttoetreding, ten genoegen van Burgemees
ter en Wethouders, aanwezig zijn.
8. In elke keuken moet een wasemkanaal, ingericht ten genoegen van Bur
gemeester en Wethouders, aanwezig zijn.
Artikel 67.
1. Boven, naast, of in do toegangsdeur van elke woning moet een beweeg
baar lichtraam, ten genoegen van Burgemeester en Wethouders, worden
aangebracht,
2. De verlichting en de ventilering van gangen, trappen, portalen,
kelders, zolders en andere bijruimten moeten op voldoende wijze kun
nen geschieden, ten genoegen van Burgemeester en Wethouders.
3. Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen betreffende
de verlichting en de ventilering van ruimten in gebouwen, als be
doeld in artikel 43, eerste lid onder b.
"Afdoling I."