-39-
Artikel 88.
1Het is verboden een sloot te dempen anders dan ten genoegen van
Burgemeester en Wethouders en anders dan op een voor de gezondheid
onschadelijke wijze,
2. Het is verboden een sloot te graven binnen een afstand van 25 m
van gebouwen,
3. Het verbod van het tweede lid is niet van toepassing, voor zover
gehandeld wordt met vergunning van Burgemeester en Wethouders en de
daarbij door hen gestelde voorwaarden in acht worden genomen.
Afdeling M.
Schuilplaatsen bij meergezinshuizen.
Artikel 89.
Bebouwen, waarin zich twee of meer woningen bevinden en waarin de
vloer van een hoofdwoonvertrek van tenminste één woning meer dan 5 n1
boven het bij de hoofdtoegang aansluitende terrein is gelegen, moeten
voorzien zijn van een onderbouw, die geheel of voor een gedeelte aan de
bewoners van de in het gebouw gelegen woningen schuilplaats biedt over
eenkomstig het bepaalde in de artikelen 90 tot en met 96.
Artikel 90.
1De schuilplaats moet tenminste een netto vloeroppervlakte hebben
van zoveel ïïfi als het aantal personen bedraagt, dat in de woningen,
waarop zij betrekking heeft, kan worden gehuisvest, met dien ver
stande, dat een oppervlakte van 6 m^ per woning niet behoeft te
worden overschreden.
2. Voor de toepassing van het vorige lid wordt het aantal personen,
dat in een woning kan worden gehuisvest, afgeleid uit de vloeropper
vlakte per vertrek, zodanig, dat voor elke persoon 3j5 m^ vloerop
pervlakte wordt berekend. Daarbij worden alle vertrekken, niet zijn
de hoofdwoonvertrek of keuken, in beschouwing genomen.
3. Voor de berekening van de in de schuilplaats aanwezige netto vloer
oppervlakte wordt de oppervlakte van gangen en portalen, uitgezon
derd het hoofdtoegangsportaalmedegerekend.
Artikel 91
Bij elk hoofdtrappenhuis moet ten minste één schuilplaats aanwe
zig zijn, welke van daaruit bereikbaar moet zijn.
Artikel 92.
De schuilplaats moet, behoudens in gebouwen, waarvan de langste
gevelmuur korter dan 15 m is, verlaten kunnen worden door toegangen
of de in het volgende artikel bedoelde nooduitgangen op plaatsen, die
op een afstand van ten minste 15 m van elkaar zijn gelegen.
"Artikel 93