Bouwen van een basculebrug over de Dokkumer Ee.
Bijlage no. 39- Leeuwarden, 20 februari 1961
Aan de Gemeenteraad.
Bij Uw besluit van 30 december 1959 werd o.m. vastgesteld het plan
tot het aanleggen van het gedeelte van de ringweg, gelegen tussen de Gro
ningerstraatweg en het Valeriusplein.
Dit weggedeelte kruist het vaarwater de Dokkumer Ee, in verband waar
mede ter plaatse een beweegbare brug zal moeten worden gebouwd.
Voor het maken van een plan voor de onderbouw van deze brug met bij
behorende werken hebben wij het ingenieursbureau Timmer te Groningen in
geschakeld. Dit bureau heeft het plan kort geleden voltooid, zodat het thans
aan Uw Raad ter vaststelling kan worden aangeboden.
Ter toelichting op de tekeningen van het plan, die bij de stukken voor
U ter inzage zijn gelegd, kunnen wij U het volgende mededelen.
Het wegprofiel op de brug is gelijk aan dat van de brug over de Har-
lingertrekvaart en aan dat van het viaduct over het spoorwegemplacement,
hetgeen betekent, dat de middenbaan een breedte krijgt van 9-00 m (gelijk
aan het doorgaande ringwegprofiel). De scheidingsstroken zijn ontworpen
met een breedte van 1.00 m (in het normale ringwegprofiel 2.25 m)de pa
rallelwegen van 4»00 m (in het normale ringwegprofiel 5-50 m) en de trot
toirs van 2.00 m (in het normale ringwegprofiel 3-50 m)De brug zal be
rijdbaar zijn voor verkeersklasse A, d.w.z. voor alle verkeer.
De doorvaartopening zal een wijdte krijgen van 8.00 m, gelijk aan die
van de Noorderbrug. De as van de weg en de as van de doorvaart staan niet
loodrecht op elkaar, doch maken een hoek van 72 De klap van de brug is
derhalve parallelgramvormig. Door de in verhouding tot de overspanning zeer
grote breedte van de brug levert deze schuinte evenwel geen bezwaren op.
De hoofdliggers van de klap komen loodrecht op de doorvaartopening; de
schuinte doet zich alleen gelden in de trottoiroverstekken.
De bovenkant van het rijdek van de brug is geprojecteerd op 2.40 m
F.Z.P. (gelijk aan de brug over de Harlingertrekvaart en aan de Noorder
brug). De doorvaarthoogte onder de stalen klap bedraagt daardoor bij een
normale waterstand slechts 1.00 m. De onderkant van de betonplaat van de
aanbrug aan de oostzijde ligt echter op 1.95 m F.Z.P. Dit betekent, dat
bij een normale waterstand scheepjes met een hoogte tot 1-75 m boven de
waterspiegel (alle tuindersschuitjes en een deel van de hier overigens
niet talrijke pleziervaartuigen) de brug zonder opening kunnen passeren.
De kelder, de pijler., het landhoofd en de aanbrug worden geconstru
eerd in gewapend beton en gefundeerd op palen van gewapend beton. Het be
ton blijft overal zichtbaar. Enkele kleine gedeelten aansluitende oever
moeten verbeterd worden door het maken van verankerde damwanden van ge
wapend beton. De doorvarende schepen worden aan de noord- en aan de zuid
zijde van de brug geleid door remmingwerken van tropisch hardhout.
De kosten van het werk bedragen, blijkens de voor U ter inzage ge
legde begroting, naar raming 1160.000--Over de dekking van de uit
deze investering voortvloeiende lasten kunnen wij nog geen definitieve
mededelingen doen. Wel staat vast, dat een deel van de door het Rijk liinis-
terie van Verkeer en Waterstaat) ten behoeve van de ringweg in uitzicht
gestelde bijdrage van 1.250.000,-- aan de onderhavige brug zal worden
toegerekend. Verder zal het werk, naar wij hopen t.z.t. op ongeveer de
zelfde wijze als het aanleggen van de Julianalaan en het maken van het
viaduct over het spoorwegemplacement, met subsidie van de Ministers van
Sociale Zaken en Volksgezondheid (bij uitvoering als z.g. aanvullend werk)
en van Economische Zaken (uitvoering infra-structuurprogramma) tot stand
kunnen komen.
"Een"