No. 12119.
de raad der c-emeente Leeuwardens
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 18 sep
tember 1961 (bijlage no. 267);
gelet op de artikelen 170 en 223 van do Gemeentenet5
BESLUIT
met de Beheer- en Administratiemaatschappij Lafieo n.v. geves
tigd te Amsterdam, een >j rentende geldlening aan te gaan, groot
1.000.000,te verstrekken op 2 april 1962, tegen een koers van
100 5/8 5» en verder onder de voorwaarden, zoals deze in de bij dit
besluit behorende ontwerp-overeenkomst van geldlening zijn vermeld.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadert:
van
Voorzitter
Secretaris!
CONCEPT AKTE TOT GELDLENING
A. De gemeente Leeuwarden, hierna te noemen "debitrice", ten deze vertegen
woordigd door haar Burgemeester, de Heer
die hierbij handelt ter uitvoering van het besluit van de Raad van voor
noemde gemeente van goedgekeurd bij
besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Vriesland
B. Behoor- Administratiemaatschappij Lafico N.V.gevestigd te Amsterdam,
hierna, te noemen "Lafico",
verklaren to zijn overeengekomen ale volgt;
1. Lafico vorbindt zich aan debitrice ter leen te zullen geven en deze
verbindt zich van Lafico ter leen te zullen nemen een bedrag van
1.000.000,-- (zegge" Eén Miljoen Gulden), welk bedrag zal worden
uitbetaald op 2 april 1962, togen een koers van 100 5/8 alzo tot
een netto bedrag van 1006250,--tegen kwitanties, bevattende
een verwijzing naar deze akte en getekend door de Ontvanger der ge
meente Leeuwarden.
2. Debitrice verbindt zich van gemelde hoofdsom ad 1.000.000,-- (zegge:
Eén Miljoen Gulden), of het onafgeloste gedeelte daarvan interest te
betalen ad 4i J» (vier en één vierde procent) per jaar, ingaande vanaf
het in artikel 1 van deze overeenkomst vermelde tijdstip van storting
der golden, te voldoen in halfjaarlijkse termijnen verschijnende op 2
april on 2 oktober van elk jaar, voor het eerst op 2 oktober 1962 over
hot a.lsdan verschonen tijdvak.
Bij berekening van de rente zal elke maand op 30 dagen en elk jaar op
360 dagen -worden gesteld.
3. De loning zal a pari worden afgelost, en wel zodanig, dat telkens op 2
april van de jaren 1963 tot en met 1991 eon bedrag ad 33*300,-- wordt
terugbetaald, terwijl de laatste aflossing plaatsvindt op 2 april 1992
met oon bedrag ad 34*300,--.
4. Debitrice hoeft het recht cm op cf na 2 april 1972, doch uitsluitend op
gemolde af lossingsverschijndagen, grotere bedra.gen dan in artikel 3 be
paald af te lossen, mits zij var. haar voornemen daartoe minstens drie
maanden tevoren schriftelijk kennis geeft aan Lafico. Wordt door debitri
ce van deze bevoegdheid gebruik gemaakt vóór 2 april 1977, 3an zal door
haa.r ovor het extra af te lossen bedrag een vergoeding van 1-g rfo (dón en
een half procent) worden bijbetaald; bij extra-aflossing op of na. 2
april 1977 zal door debitrice over het extra af te lossen bedrag een
vergoeding van 1 5Ó (óén procent) worden bijbetaald.
Deze extra-aflossingen kunnen slechts omvatten het restant der lening
of sommen van 1.000,-- (duizend gulden) of oen veelvoud daarva.n.
5. Debitrice zal alle interesten en aflossingen en al hetgeen zij vorder
terzako van deze geldlening verschuldigd zal zijn, zonder enige aftrek
of' compensatie ten vorvaldage voldoen in een op de dag van betaling
wettig algemeen gangbaar Nederlands betaalmiddel, ten kantore van Lafico
of tor nader schriftelijk door Lafico aan te wijzen plaats. Bij nict-
voldooning van interest en aflossingen stipt op de vervaldagen zal debi
trice ovor het niet-betaalde rontebedrag en de niet-betaaldo aflossingen
een rente vergoeden, gerekend naar het voor de lening geldende renteper
centage, over het tijdvak vanaf de vervaldag tot en met de dag der vol
doening en bovendien een boete van g- rfo (Een Half Procent) per maand over
de niot-tijdig betaalde bedragen, wordende elke ingegane maand voor oen
gehele maand gerekend.
