Ho. 1J062.
DB RAAD D3R GHL'HEHTL LESUUARDHH;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 9 dezer
(bijlage no. 287);
HIT:
met ingang van 1 november 1961 eervol ontslag te verlenen aan de heer
J.de Lange, te unpens, als lid van de Commissie tot '.Vering van School
verzuim, onder dankbetuiging voor de in deze functie aan de Gemeente
bewezen diensten.
Aldus vastgesteld in de openbare vergaderir
Voorzitter.
Secretaris
Oprichting en instandhouding van een opleiding van leeszaalpersoneel.
Bijlage no. 283. Leeuwarden, 9 oktober 1961.
Aan de Gemeenteraad.
Het bestuur van de Fryske Akademy, alhier, heeft Uw Raad hij brief van
17 april 1961 verzocht een besluit te nemen, waarbij de oprichting en in
standhouding van een van de Akademy uitgaande cursus tot opleiding van
leeszaalpersoneel nodig wordt geoordeeld.
Het verzoek is gedaan ingevolge het tweede lid van artikel 25, van de
Ui jverheidsonderwi jswet, waarin is bepaald, dat. slechts subsidie uit
's Rijks kas kan worden verleend, Indien de Raad der Gemeente, waar de
school zal worden gevestigd - voor zoveel mogelijk de betrokken organisa
ties van patroons en werklieden gehoord - de oprichting en instandhouding
van de school nodig heeft geoordeeld en de Kroon daarna, gelet op de be
hoefte aan de school en de daaraan verbonden verhoging van de Rijksuitga
ven, de oprichting en instandhouding heeft goedgekeurd.
Van drie organisaties van werknemers, te weten de plaatselijke afde
lingen van het H.V.V., het C.H.V, en de K.A.B., zijn adhesiebetuigingen ont
vangen, welke bij de stukken voor U ter inzage zijn gelegd.
Aangezien leeszaalpersoneel al regel niet werkzaam is in het bedrijfs
leven, hebben wij, in plaats van de organisaties van werkgevers die als
regel worden gehoord, omtrent het onderhavige verzoek het oordeel gevraagd
van de Stichting Samenwerkende Bibliotheekorganisaties in Friesland. In
deze stichting zijn vertegenwoordigd de diverse organisaties, die in Fries
land werkzaam zijn op het gebied van het bibliotheekwezen, zowel van con
fessionele als van neutrale zijde. Zoals uit de bij de stukken ter inzage
gelegde brief blijkt, juicht deze stichting het initiatief van de Fryske
Akademy van harte toe.
Uit het verzoekschrift blijkt, dat de leeszalen in Friesland worstelen
met een gebrek aan bevoegd personeel. In verband hiermee is de Fryske Aka
demy twee jaar geleden reeds begonnen met een vooropleiding, bestemd voor
hen, die niet tot een cursus voor leeszaalassistent kunnen worden toegela
ten. Voor deze opleiding bestaat een goede belangstelling. De cursus voor
leeszaalassistent kan echter niet in Friesland worden gevolgd. De cursisten
zijn derhalve gedwongen hun opleiding elders te voltooien. In de praktijk
is gebleken, dat er dan als regel de voorkeur aan wordt gegeven ook elders
een werkkring te zoeken. Het gevolg is, dat de hulpassistenten veelal voor
Friesland verloren gaan.
Teneinde dit in de toekomst te voorkomen heeft het bestuur van de
Fryske Akademy het plan opgevat in Friesland met een dergelijke cursus te
beginnen.
Van de aan de oprichting en instandhouding van de bedoelde opleiding
verbonden nettokosten komt ingevolge de bepalingen van de Hijverheidsonder
wi jswet 30% ten laste van de Gemeente. In de Financiële-Verhoudingswet 1960
is evenwel bepaald, dat jaarlijks aan elke Gemeente ten laste van 's Rijks
kas een uitkering wordt gedaan, gelijk aan het voor rekening van de Gemeente
komende gedeelte van de nettokosten van het nijverheidsonderwijs. De voor
genomen stichting zal derhalve voor de Gemeente geen kosten meebrengen.
Wij achten de oprichting en instandhouding van bedoelde opleiding zowel
voor Friesland als voor deze Gemeente van belang. Wij zijn dan ook van oor
deel, dat er voldoende termen aanwezig zijn voor inwilliging van het ver
zoek.