- 16 -
pijdens do opstelling van deze aanbiedingsbrief is uiter
aard het verloop ovor hot jaar 1961 nog niet bekend. \7el kun
nen wij melding maken van het feit, dat do drie grootste be
drijven, die zich op het industrieterrein Van Ilarinxmakanaal
hebben gevestigd, begin december 1961 aan 210 personen work
bo den
ï/ij verwachten in de komende jaren oen vrij aanzienlijke verdere
stijging van het aantal .industriële arbeidsplaatsen in onze
Gemeente. Dat er ruimte is voor een verdere ontwikkeling in de
ze richting is naar onze mening wel duidelijk. V/ij herinneren
slechts aan hetgeen wij hiervoren ve: melden ten aanzien van de
relatief nog steeds grote werkloosheid in de Provincie en ten
aanzien van de uit het gewest nog altijd doorgaande expulsie.
Het vermoeden is bovendien gewettigd, dat Friesland - vooral in
de agrarische sector - nog betrekkelijk voel latente werkloos
heid verbergt, althans dat er in deze Provincie door verhoging
van de efficiency en verbetering van arbeidsmethoden nog tal
van arbeidskrachten vrij kunnen en op den duur ook zullen komen.
De gunstige ervaringen van enige bedrijven, dio zich hier on
langs hebben gevestigd wijzen voorts uit, dat niet allocn de
werving van personeel vlot verloopt, doch tevens, dat do trol
geuite vrees, dat nagenoeg alle nieuwe krachten aan bestaande
bedrijven zouden worden onttrokken, niet gewettigd is. Sen aan
zienlijk deel van deze krachten komt namelijk van buiten Leeu
warden Bovendien bestaat een doel van de bij deze bedrijven
tewcrkgostelden uit jongeren (b.v. gediplomeerden van het
technisch onderwijs), die anders bij gebrek aan emplooi in do
naaste omgeving genoopt zouden -worden wc-g to trokken.
Ook in 1962 zal derhalve naar onze mening hot beleid on
verminderd gericht moeten zijn op het scheppen van hot voor
verdere industrialisatie gunstige klimaat, op hot troffen van
do direct voor do industrievestiging en -uitbreiding nodige
voorzieningen on op hot stimuleren van de vergroting van be
staande bedrijven en de aantrekking van nieuwe industrieën
Uiteraard zal het welslagen vaneen en ander sterk afhan
kelijk zijn van do mate, waarin het Rijk aan onze Gomconto mot
name in financieel opzicht de helpende hand biedt. Daarbij zal
er van moeten worden uitgegaan - en wij hebben daarop herhaal-