centon en distribuanten van gas in de organen van de N.V. van grote be
tekenis is. In de N.G.M. nemen deel en plegen dus thans met elkander
overleg omtrent de gaspolitiek in Nederland degenen die werkzaam zijn
op het gebied van de openbaro gasvoorziening in Nederland in de onder
scheidon gasgebioden (aardgas-, hoogovengas-mijngas- en raffinaderij-
gasgebied), te weten:
1. het Staatsgasbedrijf
2. de 1.V. Koninklijke Nederlandse hoogovens cn staalfabrieken te Velsen:
3. de Staatsmijnen in Limburg;
4. de drie grote gemeenten: Amsterdam, 1s-Gravenhage en Rotterdam;
5. de andere gasproducerende en/of distribuerende gemeenten en lichamen,
verenigd in regionale organen (o.a. Openbaar Lichaam Gasvoorziening
Noordooct-iloderland)
De samenwerking en het plegen van overleg tussen deze lichamen in
de N.G.M. en tussen doze lichamen en de N.G.M. hebben overeenkomstig de
in de statuten van de N.V. omschreven doelstelling hun nadere juridische
gestalte gevonden in overeenkomsten van de N.G.M. met do participanten.
Een dergelijke overeenkomst is derhalve ook door het Openbaar Lichaam
Gasvoorziening Noordoost-Nederland gesloten krachtens besluit van de
ledenraad van 8 oktober 195Q. Een exemplaar van deze overeenkomst ligt
voor U bij do stukken tor inzage. Aangetekend zij hierbij, dat deze
overeenkomst vooralsnog oen beperkte betekenis hooft, aangezien haar be
palingen slechts gelden voorzover zij niet in strijd zijn met de inhoud
van de roods met anderen £in easu de Staat der Nederlanden (Staatsgas-
bedrijf)gesloten gasleverings- en afnemingscontracten. Aangezien hot
aardgaslevoringscontrac i, Noordoost—Nederland al oen sterke binding bete
kent op diverse punten, waarin het samenwerkingscontract voorziet, zul
len verscheidene bepalingen van laatstbedoelde overeenkomst voorshands
op de achtergrond blijven. Dit betekent niet, dat do samenwerking met
en in de N.V. Nationale Gasmaatschappij geen wezenlijke inhoud hooft of
zal he eben, doch dat ten opzichte van de aardgaslcverancier reeds een
zo grote binding bestaat als ook het samenwerkingscontract beoogt.
ïïit het vorenstaande vloeit voort, dat de deelnemers in het Open
baar Lichaam Gasvoorziening Noordoost-Nederland zeer nauw bij dezo samen-I
werking betrokken zijn, als het ware in materiële zin partij zijn, te
meer daar het Openbaar Lichaam zelf noch producent noch distribuant van
gas is. Met hot oog daarop is het voor het welslagen van de samenwerking
nodig, dat de in bedoeld contract opgenomen rechten en verplichtingen,
voorzover hun aard dit meebrengt, ook gelden ten aanzien van die deel
nemers. Daarom hooft hot Openbaar Lichaam zich bij hot contract met do
N.G.M. ook sterk gemaakt voor het nakomen van diverse verplichtingen
door zijn deelnemers. Daarnaast heeft dat lichaam zich verbonden mot
zijn deelnemers enkele regelingen te treffen, die tot een binding van
die deelnemers aan hot samenwerkingscontract zullen leiden. Daartegen
over staat, dat II.0. Nederland tegenover de N.G.M. enkele rechten voor
de participanten m hot Openbaar Lichaam heeft bedongen. Dozen kunnen
hierop eventueel oen beroep doen, in-ien zij deze als te hunnen behoeve
gemaakt derdenboding hebben aangenomen.
Het dagelijks bestuur van meergenoemd Openbaar Lichaam hoeft ons
- daarmee uitvoering gevende aan een besluit van 28 november i960 van de
ledenraad van dat lichaam - verzocht te bevorderen, dat Uw Raad besluit
tot het aangaan van een overeenkomst met dat lichaam, waarbij:
a. de deelnemers (waaronder dus onze G-emocnte) zich verbinden tot het
naleven van do verplichtingen, die te hunnen aanzien voortvloeien
uit het samenwerkingscontract, voor do nakoming van welke verplichtin
gen hot Openbaar Lichaam zich sterk heeft gemaakt;
b. de deelnemers zich verbinding tot het in voorkomende gevallen gebruik
maken van de rechten, die zij eventueel aan het samenwerkingscontract
kunnen ontlenen, hetgeen dus neerkomt op hot aanvaarden van het derdon-
beding en van do verplichting e,t het gebruik maken daarvan;
c. de deelnemers zich verbinden tot het nemen van zodanige maatregelen,
elk voorkomend geval concreet aan te duiden, dat hot Openbaar Lichaam
aapl
in staat is zijn verplichtingen jegens de N.G.M. na te komen;
d. het Openbaar Lichaam zich tegenover elke deelnemer verbindt tot het
plegen van overleg met deze omtrent de aard en de omvang van de maat
regelen, bedoeld onder c, alsmede omtrent hot tijdstip waarop zij go-
nomen moeten worden;
e. het Openbaar Lichaam gerechtigd wordt om, indien hot onder d_ bedoelde
overleg niet tot bevredigende uitkomsten leidt, het nemen van de maat
regelen van oen deelnemer te vorderen, aan welke vordering do deel
nemer mot do meeste spoed moet voldoen.
Het Openbaar Lichaam hooft overwogen, of boven do vorcnomschreven
privaatrechtelijke vorm niet een publiekrechtolijke voorziening - door
wijziging van do gomoenschappolijko regeling - do voorkeur zou verdienen.
Zij is echter op goede en naar onze mening zwaarwegende gronden tot een
ontkennende beantwoording van dozo vraag gekomen.
Wij mogen ten dezo verwijzen naar de voor U bij do stukken tor inzage
gelegde brief van 17 januari 1961 van het dagelijks bestuur van hot
Openbaar Lichaam.
Wij menen goed te doen nog te vermelden, dat de voornaamste rechten
en verplichtingen van de deelnemers, die li.O. Nederland voor zijn deel
nemers heeft bedongen c.q. voor do nakoming waarvan het zich garant noeft
gesteld, de volgende zijn:
1. De N.G.M. is verplicht in een nieuw opkomende behoefte aan gas, waar
voor geen contract met het Staatsgasbedrijf geldt, te voorzien (arti
kel III, sub 5 on 7) samenwerkingscontract)
2. Als het met het S.G.B. gesloten gasleveringscontract expireert, geldt
dezelfde verplichting voor do N.G.M. (artikel III, sub 12);
3. N.O. Nederland en zijn deelnemers zijn bevoegd met een andere leveran
ciers over leverantie in onderhandeling te treden. Voor het sluiten
van een contract hebben zij ovenwol schriftelijke toestemming van
N.G.M. nodig.
Indien N.G.M. mot hot oog op de rationele landelijke gasvoorziening
toestemming weigert, is zij gehouden een equivalente hoeveelheid gas
ter beschikking te stellen togen ten minste even gunstige voorwaar
den (artikel IV, sub 1 en 2);
4. Heeft een deelnemer een verplichting tot afname van gas op zich geno
men, die groter blijkt te zijn dan de behoefte, dan moet do deelnemer
het overschot aan de N.G.M. aanbieden (artikel IV, sub 4 on 5);
5. N.G.M. kan van S.G.B. verlangen gas, bestemd voor een deelnemer in
N.O.N., elders aan te wenden, indien dit uit oen oogpunt van rationele
landelijke gasvoorziening nodig is. Lijdt do deelnemer hierdoor schade,
dan is N.G.M. verplicht doze to vergoeding, indien en voorzover daar
toe redelijkerwijs aanleiding bestaat (artikel V);
6. Deelnemers "worden beperkt in hun recht om door nieuwbouw hun produktie-
capaoiteit te vergroten dan wol een produktiecapaciteit te scheppen
(artikel Vil);
7. Deelnemers mogen niet vrijelijk gas in- of exporteren (artikel VIIl)
8. N.O.N. en N.G.M. zullen elkaar volledig op de hoogte houden van alle
omstandigheden.
Wij menen, dat de integratie van de gasvoorziening noodzakelijkerwijs
een beperking van de vroeger bestaande vrijheid van handelen meebrengt.
Naar onze overtuiging is hot door een bundeling van belangen en een con
centratie van bevoegdheid in het Openbaar Lichaam Gasvoorziening Noord-
oost-Nederland mogen gelukken de gemeentelijke invloed en de onderhande
lingspositie van de Gemeenten in het desbetreffende gedeelte van Neder
land zo sterk mogelijk te maken. Bij het achterwege blijven van een
hechte samenwerking zou stellig een wettelijke regeling ton aanzien van
de gasvoorziening tot stand zijn gekomen, waardoor de Gemeenten onge
twijfeld meer aan zeggenschap hadden ingeboet.
Met het oog hierop achten wij het verantwoord en, gelet op> de ten
behoeve van de deelnemers bedongen rechten, ook noodzakelijk, dat onze
Gemeente net het Openbaar Lichaam een overeenkomst als bovenomschreven
sluit.