No. 3852.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 maart
1962 (bijlage no. 84);
BESLUIT
I. aan te kopen van P.S.Timmermanswonende Transvaalstraat 44» al- I
hier en consorten, het perceel met opstal, plaatselijk gokwoteerd I
Oldegalileën 281, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, soctie I
P, no. 1786, groot 65 ca, met een kwoteel aandeel in hot perceel, II
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, soctie F, no. 1785» voor I
een koopprijs van f. 1.100,--, onder de volgende voorwaardent I
1. do grond wordt overgedragen met alles wat daarop of daarin I
aanwezig is en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden en I
lasten en daaraan verbonden rechten, doch vrij van huur en
hypotheek;
2. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van do akte II
van overdracht;
3. van de levering af komen alle zakelijke lasten en belastingen, I I
welke van hot over te dragen perceel met opstal geheven worden,! I
voor rekening van de gemeente Leeuwarden;
4. de verkopers zijn tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot I
die wegens uitwinning;
5. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ont
binding, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Bur
gerlijk Y/etboek; I
6. de kosten van overdracht komen voor rekening van de geneente
Leeuwarden;
II. het onder I bedoelde perceel onder te brengen in het Grondbedrijf.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering I
van
Voorzitter.
Secretaris.
Benoeming gemeentelijk inspecteur voor het Bouw- en Woningtoezicht en wijziging
van de Bezoldigingsverordening i960.
Bijlage no. 85. Leeuwarden, 23 maart 1962.
Aan de Gemeenteraad.
Op 8 november 1961 verleende U aan de heer Ir. G.Th. Heitink met ingang
van 1 maart 1962 eervol ontslag als directeur van het Bouw- en Woningtoezicht
in verband met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.
De term directeur van het Bouw- en Voningtoezicht komt voor in de Bezoldi-
gingsverordening 19Ó0, hoewel zulks minder juist is. De nog steeds van kracht
zijnde verordening, regelende den rang, net getal, de benoeming enz. der ambte
naren van de Gemeentewerken (Gemeenteblad 1929» nos6 en 21, 1932 no. 9,
1933 no. 1, 1936 no. 32 en 19^0 no. 2) spreekt nl. niet van een directeur van
het Bouw- en Woningtoezicht, doch van een gemeentelijk inspecteur voor het
Woningtoezicht. Volgens deze verordening wordt de dienst der Gemeentewerken ge
splitst in een eerste afdeling met aan het hoofd de directeur en een tweede af
deling met aan het hoofd de gemeentelijk inspecteur voor het Woningtoezicht.
Behoudens de normale hiërarchische ondergeschiktheid aan de directeur kent de
verordening aan de gemeentelijk inspecteur een grote mate van zelfstandigheid
toe
Niettemin hebben wij een oproeping gedaan voor een directeur van het Bouw
en Woningtoezicht, daarbij aansluitende aan de gegroeide praktijk, waarin het
Bouw- en Woningtoezicht in feite als een zelfstandige dienst wordt beschouwd.
Gezien deze zelfstandigheid waren wij van oordeel dat de directeur een bouwkundig
ingenieur zou dienen te zijn; ondanks een geplaatste herhaalde oproeping hebben
zich echter geen bouwkundig ingenieurs als sollicitant aangemeld. Wij menen daar
om dat het gewenst is terug te keren tot de toestand, zoals die volgens eerder
genoemde verordening dient te zijn.
De benoeming van een gemeentelijk inspecteur voor het Bouw- en Woningtoe
zicht zal wijziging van de Bezoldigingsverordening i960 noodzakelijk maken.
Uit schaal 25 van bijlage A dient het ambt directeur van het Bouvi- en Woning
toezicht te worden geschrapt. De gemeentelijk inspecteur van het Bouw- en Woning
toezicht kan naar onze mening worden ondergebracht in één der algemene rangen
van bijlage A. In de praktijk is de behoefte gebleken aan de rang technisch
hoofdambtenaar-afdelingshoofd in schaal 22 (in welke schaal o.a. de referendaris
is opgenomen). Het komt ons voor dat deze rang ook passend zal zijn voor do ge
meentelijk inspecteur van het Bouw- en Woningtoezicht
Een ander gevolg van de benoeming van een gemeentelijk inspecteur zal zijn,
dat ten opzichte van de huidige feitelijke situatie de taak van de directeur
der Openbare Werken wordt verzwaard. Of en zo ja, In welke mate,dit conseouen-
ties moet hebben voor de salariëring van de directeur der Openbare Werken wordt
door ons onderzocht; zo nodig zullen wij U hieromtrent te zijner tijd de nodige
voorstellen doen.
Voor de benoeming tot gemeentelijl: inspecteur van het Bouw- en Woningtoe
zicht bevelen wij U aan ie heer I. Atema, thans technisch hoofdambtenaar A bij
het Bouw- en Woningtoezicht. Wij achten hem in staat de onderhavige functie op
de juiste wijze te vervullen. De benoeming kan geacht worden te zijn ingegaan
op 1 april 1962.
Mitsdien stellen wij U voor:
a. te besluiten tot wijziging van de Bezoldigingsverordening i960 overeenkomstig
het hierbij overgelegde ontwerp;
b. de hoer L. Atema met ingang van 1 april 19^2 te benoemen tot gemeentelijk
inspecteur van het Bouw- en Woningtoezicht in vaste dienst in de rang
technisch hoofdambtenaar-afdelingshoofd