Ho» 4081
D3 RAAD r.:.. JBItSJSHTR LEEUY/ARDEH;
Gelezen hot voorstel van Burgemeester on Wethouders d.d.
23 maart 1962 (bijlage r.:. 89
BESLUIT
hot Koninklijk Besluit van 5 maart 196O (S. no. 139) tot toekenning
van een duurtetoeslag over de jaren 1958 on 1959 aan rijksporooneel,
personeel van de gemeentepolitie, personeel van noodwaohten 011 nood-
wachtstaven en personeel van onderwijsinrichtingen en -instellingen,
van overeenkomstige toepassing te verklaren op de ambtenaren in vaste
en tijdelijke dienst der Gemeente, van wie de bezoldiging van Gemeente
woge is geregeld, alsmeöo op de werknemers in de zin van do Arbeids-
overeonkomstenverordening.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
Voorzitter.
Secretaris.
"uitkering-ineens over het eerste kwartaal 1960; wijziging Bezoldigings
verordening 1948, Loonregeling 1947 en Bezoldigingsverordening 1960.
Bijlage no. 90. Leeuwarden, 23 maart 1962
Aan de Gemeenteraad.
Tegen het einde van 1959 werd hut duidelijk, dat op het voetspoor
van de ontwikkeling der lonen in het particuliere bedrijfsleven met be
trekking tot de bezoldiging .van hét overheidspersoneel" enige voorzieningen
getroffen dienden te worden. In januari I960 besloot de Regering over het
eerste kwartaal van 1960 aan het rijkspersoneel een voorschot op de te
verwachten salarisverhoging toe te kennen van 3/°- In de centrale commissie
voor Georganiseerd Overleg werd over deze maatregel geen overeenstemming
bereikt. Evenmin werd overeenstemming bereikt in het Centraal Orgaan-
ter gemeenschappelijke behandeling var. gemeentelijke personeelsaangelegen
heden. Nadat de plaatselijke commissie voor Georganiseerd Overleg was ge
hoord besloot Uw Raad op 10 februari 1960 overeenkomstig de ministeriële
richtlijnen aan het daarvoor in aanmerking komend gemeentepersonecl een
voorschot van 3$ per maand, in totaal derhalve 9$» uit te betalen.
Omtrent de definitieve salarisverhoging werd wel overeenstemming me»
de organisaties van overheidspersoneel verkregen. De salarisverhcgina vari
vastgesteld op 5#, ingaande 1 januari 1960s om echter herberekening iran de
salarissen, herziening van verleende overwerkvergoedingen, enz. te voorko
men werd besloten de verhoging over het eerste kwartaal van 1960 "af te
kopen" door een uitkering ineens. De uitkering werd gesteld op 18fó van
het maandsalaris, met een minimum voor 23-jarigen en ouderen van f. - --
Weliswaar betekende dit meer dan een salarisverhoging van per maand
doch hier stond tegenover dat overwerkvergoedingen, procentuele toela
gen enz.welke waren gebaseerd op de in het eerste kwartaal genoten be
zoldiging, niet werden verhoogd. Aan het daarvoor in aanmerking komend
personeel dezer Gemeente werd.door ons eveneens, bij wijze van voorschot,
oen uitkering-ineens van 18# toegekend, zulks geheel overeenkomstig de voor
het rijkspersoneel geldende richtlijnen. Ten aanzien van het rijksperso
neel heeft definitieve regeling plaats gehad bij Koninklijk Besluit van
11 januari .1962, Stb. 7. De definitieve regeling voor het gemeenteporso-
neel kan op eenvoudige wijze geschieden door genoemd Koninklijk Besjuit
op de betreffende categoriën van gemeentepersoneel van overeenkomstige
toepassing to verklaren. Een hiertoe strekkend ontwerp-besluit is hierna
afgedrukt.
Voor de middelbare rijksambtenaren, die geen voordeel haddor. onder
vonden van de salarismaatregelen per 1 april 1958werd een bijzondere
voorziening getroffen door hen, gerekend vanaf 1 januari 1960, extra 3 a-
larisanciënniteit toe te kennen. Voor het personeel dezer Gemeen?." ha
deze voorziening vrijwel geen materiële betekenis, omdat de meeste mid
delbare ambtenaren wel aan de salarismaatregelen per 1 april 1958
hadden deel gehad. Voor zover zulks niet was geschied is door ons vanaf
'I januari 1960 extra salarisanciënniteit toegekend conform de rijksricht
lijnen.
De salarisverhoging per 1 april 1960 werd, zoals reeds vermeld, ge
steld op 5#> De verhoging werd mede berekend over de huurcompensatie 1957
welks in de salarissen werd geïncorporeerd. Voor de laagstbezoldigden
werd nog een bijzondere voorziening getroffen, hierin bestaande dat. en
kele schalen aan het begin met één periodiek werden verkort en aan 1 1
einde met één periodiek verlengd. Ambtenaren met een oud schaal:j.ai avis
beneden f. 315,50 werden in verband hiermede één period ho. n past,
met behoud van het aantal op 1 april 1960 reeds verworven maanden sala
risanciënniteit, terwijl ambtenaren met een oud sohaalsalaris van f.315!50
één periodiek hoger werden ingepast met verlies van het aantal op april
I960 verworven maanden salarisanciënniteit.