- 2 - 3c huwelijkstoelage werd nader vastgesteld op f. 34en de maximale oom voor wedde en huwelijkstoelage op f. 360,--. De salarisherziening per 1 april 1960 kan voor wat deze Gemeente be treft formeel slechts worden geregeld door wijziging van de Bezoldigings- vorordeningen. Dit zijn over het tijdvak van 1 april 1960 tot 1 oktober 1960 de Bezoldigingsverordening 1948 en de Loonregeling 1947 en vanaf 1 oktober 1960 de Bezoldigingsverordening 1960. Ontwerp-besluiten, strekken de tot wijziging van genoemde verordeningen zijn hierna afgedrukt. Ter toelichting diene nog het volgende. .Vij zlging Bezoldigingsverordening 1941- Art. I sub a behelst de reeds genoemde verhoging van de huweli jkstce lage. Art I sub b doet vervallen de bepaling, dat de huwelijkstoelage wordt verhoogd met een bedrag van ter. hoogste f. 5»"~ indien en voorzover daardoor de som van het salaris en de huwelijkstoelage een bedrag vormt, dat voorkomt in de voor de ambtenaren geldende kolom der salarisschaal. Aan deze bepaling is n.l. bij de nieuwe salarisbedragen geen behoefte moor. Artikel I sub c stelt de nieuwe salarisbedragen vast met gebruikma king van de nieuwe Rijks-salarisbedragen. Deze zijn tot stand gekomen door in de oude salarisbedragen de huurcompensatie 1957 op te nemen en de aldus verkregen bedragen met 5$ te verhogen. Overeenkomstig de vorenge noemde bijzondere voorziening voor de laagstbezoldigden zijn de schalen 1 en 2 aan het begin met één periodiek verkort en aan het einde met één periodiek verlengd. Niet gewijzird zijn de bedragen, voorkomende in de schalen 7 (brandwacht 1e klasse), 9 (hoofdbrandwacht), 17a (onderbrand- meooter) en 20a (brandmeester), daar de brandweersalarissen per 1 april 1960 nog steeds niet definitief zijn vastgesteld. De in artikel I sub d geregelde vervanging van schaal 10 door eon nieuwe schaal 10 en een schaal 10a is noodzakelijk, omdat de verpleegsters salarissen per 1 april 1960 zijn vastgesteld inclusief de huurcompensatie 1960 en de overige salarissen exclusief die compensatie. Artikel I sub e past de vaste toelage voor het brandweerpersoneel voor het aanschaffen en aanvullen van dienstkleding, de aftrek voor kost en inv/oning en de ambtstoelagen voor het verplegend personeel aan bij de verhoogde salarissen. Artikel I sub f regelt de verhoging van de in bij lage B voorkomende salarissen van de ambtenaar, bedoeld in artikel 294 der Gemeentewet, en de leerling-verpleegsters. De in bijlage B gergolde salarissen van de adspirant brandwacht en de brandwacht 2e klasse kunnen om de eerder genoemde reden nog niet -worden herzien. De salarissen van de overige in bijlage B voorkomende functies behoeven niet te worden her zien omdat die functies niet worden vervuld. Artikel II houdt verband met het één periodiek hoger inpassen van de genen, wier oud schaalsalaris minder dan f. 515»50 bedroeg. Met één perio diek is n.l. niet bedoeld een periodiek in de schaal, doch in de salaris- reeks. Dit is van belang voor de schalen 12, 14 en 15> die gedeeltelijk uit "dubbele" periodieken bestaan, zodat een speciale overgangsmaatregel nodig is om de in de schaal normaal niet voorkomende bedragen te kunnen toekennen. A.rtikel III spreekt voor zichzelf. Artikel IV regelt de verhoging var. do maximale som van wedde en huwelijksto-.-lage voor hen, aan wie één perio diek extra wordt toegekend, zulks om te voorkomen dat die toekenning geen financieel voordeel zou opleveren. ."i; -i "ing Loonregeling 1947. Deze wijziging kan zich beperken tot het vaststellen van een nieuwe loonschaal. Opgemerkt kan nog worden dat in deze lonen wel de compensatie premie Algemene Ouderdomswet is begrepen, zulks in tegenstelling tot de in de Bezoldigingsverordening 1948 voorkomende salarisbedragen. V.'i.j ziging Bezoldigingsverordening 19Ó0. Per 1 oktober 1960 zijn de Bezoldigingsverordening 1948 en de Loon regeling 1947 vervangen door de Bezoldigingsverordening 1960. Artikel I brengt de diverse bedragen in overeenstemming met de per 1 april 1960 tot otand gebrachte salarisverhoging. Bijlage B is tij besluit van Uw Raad van 10 januari 1962 met ingang van 1 juli 1961 opnieuw vastgesteld met inachtneming van de per laatstgenoemde datum geldende salarisbedragen, zo dat alleen bijlage B, zoals die tot 1 juli 1961 gegolden heeft, vervangen behoeft te worden. In verband met de omschakeling van weeklonen op maand salarissen per 1 januari 1961krachtens besluit van Uw Raad van 5 okto ber 1960, moeten de salarissen in bijlage E tot 1 januari 1961 worden uitgedrukt in weekbedragen en vanaf 1 januari 1961 in maandbedragen. Tot de in artikel II bedoelde wijzigingen heeft Uw Raad reeds op 28 december 1960 besloten, met ingang van 1 januari 1961Daar echter de ar tikelen I en III bijlage A gerekend vanaf 1 oktober 1960 zijn vervangen door een nieuwe bijlage A, zijn ook óe vanaf 1 oktober 1960 in de oude bijlage A aangebrachte wijzigingen vervallen. Om technische redenon is het derhalve noodzakelijk de betreffende wijzigingen opnieuw vast te stellen; materiële betekenis heeft zulks evenwel niet. Uit een oogpunt van wetge vingstechniek is deze oplossing niet elegant; wij hebben haar echter ge kozen om verwarring, welke mede zou kunnen ontstaan doordat per 1 januari 1962 een vernummering van de schalen heeft plaats gehad, te voorkomen. Omtrent de toekenning van een uitkering over het eerste kwartaal van 1960 met overeenkomstige toepassing va.i de Rijksregeling behoeft de com missie voor Georganiseerd Overleg niet te worden gehoord, uaar deze maat regel geheel overeenstemt met de betreffende aanbeveling van het Centraal Bureau inzake gemeenschappelijke behandeling van gemeentelijke personeels aangelegenheden. Genoemde commissie kan zich blijkens haar bij de stukken overgelegd advies verenigen met de ontworpen wijzigingen van de Bozoldi- gingsverordening 1948> de Loonregeling 1947 en de Bezoldigingsverordening 1960. Mitsdien stellen wij U voor te besluiten tot vaststelling van de hierna afgedrukte ontwerp-besluiten. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M.van der Heulen, Burgemeester. de Jong, Secretaris. Verzonden 27 maart 1962.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1962 | | pagina 162