Pachtontbinding Galema Bijlage no. 104. Leeuwarden, 13 april 1962. Aan de Gemeenteraad. Heeds geruime tijd is een procedure gaande tussen de Gemeente en de heer B.C. Galema over de duur van de in 1956 voortgezette pachtverhouding betreffende drie percelen gardeniersland ten zuiden van de Huizumerlaan (kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie B nrs. 2305) 4225 en 4676). Deze procedure, welke naar het zich laat aanzien voor de Gemeente een gunstige uitslag zal hebben, duurt aanzienlijk langer dan .ij hadden ge hoopt. Gezien de spoed die betracht moet worden bij de bouw van de op één van de verpachte percelen geprojecteerde kleuterschool - waarvoor de rijksgoedkeuring inmiddels is verkregen -, hebben wij uitgezien naar mid delen om de beëindiging van de pachtverhouding te "bes^ÓSdigen. Aangezien de wederpartij elk redelijk aanbod tot minnelijke schikking van de hand blijft wijzen, rest er voor de Gemeente geen andore mogelijk heid dan in afwachting van de uitspraak in de bij de pachtkamer van het Gerechtshof te Arnhem aanhangige procedure aan de Pachtkamer van het Kan tongerecht alhier te verzoeken de pachtovereenkomst (die, zolang zij niet is vastgelegd, geacht wordt voor onbepaalde tijd te geldon) met B.C. Ga lema te ontbinden voor wat betreft het voor de bouw van de kleuterschool vereiste perceel nr. B 4676. Aan de Pachtkamer meet dan tevens worden ver zocht de bepaling van de eventuele schadeloosstelling terzake van deze pachtontbinding uit te stellen tot in het bestaande geschil een' definitie ve uitspraak gedaan- is. Het vorderen van pachtontbinding is het instellen van oen rechtsge ding waartoe TJw Raad ingevolge artikel 177 der Gemeentewet dient te be sluiten. Wij stellen U voor overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp te besluiten. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A-A.M. van der Heulen, Burgemeerster. de Jong, Secretaris. Verzonden 18 april 1962.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1962 | | pagina 207