Beroep tegen gedeeltelijke onthouding van goedkeuring aan uitbreidingsplan
"Y;i lhelminabaan"
Bijlage no. S. Leeuwarden, 2 januari 1962
Aan de Gemeenteraad.
Op 16 november 1960 besloot Uw Raad tot vaststelling van het uitbrei
dingsplan in onderdelen "Wilhelminabaan." met bijbehorende bebouwingsvoor
schriften. Daarbij werden onder meer de door de N.V. Leeuwarder Overdekt
Zwembad ingediende bezwaren tegen het ontwerp van genoemd uitbreidingsplan
door Uw Raad ongegrond verklaard.
In onze nota van 14 maart 1961 (bijlage no. 76), waarin wij ingevolge
Uw verzoek nogmaals uitvoerig onze zienswijze hebben weergegeven inzake
het stichten van een openluchtbad op het Jacob Catsplein deelden wij U
reeds mede, dat genoemde vennootschap bij Gedeputeerde Staten tegen de
vaststelling van het uitbreidingsplan bezwaren heeft ingediend.
Bij besluit van 13 maart 1961, 1e af d.no. 222, keurden Gedeputeerde
Staten het genoemde uitbreidingsplan goed, behoudens het gedeelte van het
plan, betrekking hebbende op de terreinen, gelegen tussen de Wilhelmina-
baan, de Vondelstraat en de bestaande bebouwing aan de Fonteinstraat en
de Elizabeuhstraatwaaromtrent de beslissing werd aangehouden. Bij hun
besluit van 4 december j.l., 1e af!., no. 231, hebben Gedeputeerde Sta
ten ook beslist omtrent het laatstbedoelde gedeelte van het uitbreidings
plan. Daarbij is aan het gedeelte van het plan, betrekking hebbende op
het gebied, gelegen ten oosten van het sportterrein en ten noorden van
de Wilhelminabaan, goedkeuring onthouden. Genoemd besluit ligt voor U bij
de stukken ten inzage. Deze beslissing is gegrond op de volgende overwe
gingen.
a. Be vraag, of de ter plaatse beschikbare ruimte volaoende is voor de
stichting van een openluchtbad, zal in eerste instantie door de belang
hebbende N.V. zelve moeten worden beoordeeld.
b. De mogelijkheid tot vergroting der beschikbare ruimte is aanwezig, n.l.
in de richting van de Tesselschadestraat en kan worden geschapen door
be streven naar amovering van de weinig aantrekkelijke bebouwing langs
de Elizabethstraat.
c. Het projecteren van een openluchtbad biedt het voordeel van het hand
haven van een groene strook in dit stadsgedeelte, n.l. van Fonteinland
vla ïïesterpark, V/esterplantage en Noorderplantage naar de Prinsentuin.
d. Hst het nabij "'t Nijlan" te stichten zwembad zal de behoefte van de
stad neg niet volledig zijn gedekt.
Mot betrekking tot deze motieven merken wij het volgende op.
AuaZoals wij reeds in ons voorstel van 9 november 1960 (bijlage no. 253)
inzake de vaststelling van het uitbreidingsplan "Wilhelminabaan" heb
ben gesteld, zijn wij van mening, dat de beschikbare ruimte op het
Jacob Catsplein te gering Is voor het stichten van een openluchtbad
mot alles, wat daarbij behoort. Bat wij hierin niet alleen staan is
U ook gebleken uit het rapport, dat het Adviesorgaan inzake bad- en
zweminrichtingen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten omtrent
deze aangelegenheid heeft uil ebracht. Dit rapport ligt opnieuw voor
U bij de stukken ter inzage. Het lijkt ons overbodig op deze aange
legenheid thans nogmaals in te gaan. Ons eerdervermelde standpunt
handhaven wij onverkort, %'ij merken voorts op, dat de volgens de
goedgekeurde gedeelten van het onderhavige uitbreidingsplan in de na-
ge Jacob Cat
hot geprojecteerde sportterrein te realiseren bijzondere bebouwing
ernstige geluidshinder zou on"ervinden van een ter plaatse te stichten
openluchtbad. Het standpunt van Gedeputeerde Staten, dat de N.V. Leeu
warder Overdekt Zwembad in eerste instantie zelf heeft uit te maken of
do ter plaatse beschikbare ruimte voldoende is, kunnen wij overigens
-oenszins delen. Bij de behandeling van deze aangelegenheid in Uw ver
gadering van 16 november 1960 en ook bij de gehouden bespreking in ver
band met het bovenbedoelde bezwaarschrift ten overstaan van oen commis
sie uit Gedeputeerde Staten heeft de