No. 5614. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 26 april 1962 (bijlage no. 112); BESLUIT te verpachten overeenkomstig de bij dit besluit behorende pachtovereenkom sten: I. gerekend met ingang van 1 november 1961 voor de tijd van één jaar aan: a. Y.P. Jongma, wonende Huizumerlaan 1, Leeuwarden, het perceel garde- niersland, gelegen tussen de voormalige proeftuin aan de Huizumer laan en de Potmarge, kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie B, no. 4884 (ged.), ter grootte van ca. 1.59*86 ha, voor een pachtsom van 425,--; b. W.A. Rinsma, wonende Hempenserweg 23, Leeuwarden, de percelen garde- niersland, gelegen aan de noordzijde van de Hempenserweg, met het daarop staande woonhuis, plaatselijk gemerkt Hempenserweg no. 23, een stenen schuur met kelder, een houten schuur, drie grote waren huizen, zeven kassen, honderdvijftig glasramen, de vruchtbomen, een betonpad en smalspoor en verder aan- en bijbehoren, een en ander kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie F, nos46 en 295, ter grootte van resp. 1.42.00 en 1. 68.90 ha, met uitzondering van een voor straataanlog bestemde noordelijke strook, ter grootte van ca. 2950 m2, voor een pachtsom van 1.900,--; c. P. Reitsma, wonende Mr .P .J .Troelstraweg 147a, Leeuwarden, de perce len viei- en bouwland, gelegen aan en ten oosten van de Mr.P.J. Troelstraweg, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie E, nos. 4003, 180, 116 cn 2352, ter gezamenlijke grootte van 5-41.20 ha, voor een pachtsom van 880,--; IIgerekend met ingang van 1 november 1961 voor de tijd van twee jaren aan A. Rinsma, wonende Linnaeusstraat 96, Leeuwarden, de per-^len ga-de niers land, gelegen ten noorden van de Hempenserweg, met het daarop staande woonhuis, plaatselijk gemerkt Hempenserweg no. 45, kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie G, nos. 14?' en 148, ter grootte van resp. 1.77.70 en - .05 25 ha, voor een pachtsom van 500,-- per jaar; III. gerekend met ingang van 1 januari 19o2 voor de tijd van één jaar aan H. en L. Kramer, wonende Badweg 2a, Leeuwarden, het perceel gardeniers- land (met het daarop staande stenen hok), gelegen aan de zuidzijde van de Badweg, kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie F, no. 31, groot I.18.00 ha, met uitzondering evenwel van een voor straataanleg bestemde strook grond ter breedte van ca. 10 m, gelegen langs de zuidzijde van het bedoelde perceel, voor een pachtsom van 300,--. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris Bijlage no. 113* Leeuwarden, 27 april 1962. Aan de Gemeenteraad. Op 24 augustus i960 (bijlage no. 202) besloot Uw Raad tot onteigening in het belang van de volkshuisvesting ten name van de gemeente Leeuwarden van een aan tal percelen en perceelsgedoclten, gelegen tussen het Rengerspark, de Bleker- straat en de Spanjaardslaan, teneinde uitvoering te kunnen geven aan een gedeel te van het uitbreidingsplan "'t Ielan", vastgesteld bij raadsbesluit van 13 mei 1959» no. 5689, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Friesland bij beslui ten van 1 februari I960, no. 221 en van 4 april i960, no. 212. Het betreffende onteigeningsbesluit werd goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 17 juli 1961, no. l6. Een exemplaar van de Staatscourant, -waarin het bedoel de Koninklijke Besluit, alsmede het raadsbesluit van 24 augustus i960, no. IO698, is opgenomen, hebber, -wij bij de stukken voor U ter inzage gelegd. Ingevolge het bepaalde in artikel 17 van de Onteigeningswet is na het ver krijgen van de Koninklijke goedkeuring nogmaals getracht de benodigde percelen en perceelsgedeelten bij minnelijke overeenkomst in eigendom te verkrijgen. Deze onderhandelingen hebben tot resultaat gehad, dat een aantal eigenaren zich als nog bereid heeft verklaard de hun in eigendom toebehorende percelen tegen een aanvaardbare prijs aan de Gemeente tc verkopen. Met de overige eigenaren is totnutoe evenwel geen minnelijke overeenstem ming kunnen worden bereikt. Zij zijn niet bereid de dezerzijds gedane voorstel len te aanvaardenOp grond van artikel l8 van de Onteigeningswet dienen deze eigenaren en/of mede-eigenaren van de te onteigenen percelen thans te worden gedagvaard voor de Arrondissementsrechtbank, teneinde de onteigening te horen uitspreken en het bedrag der schadeloosstelling te horen bepalen. Voor het aan gaan van de onteigeningsprocedure voor de Rechtbank is overeenkomstig het be paalde in artikel 177 van de Gemeentewet een besluit van de Gemeenteraad tot het instellen van een eis in rechten vereist. Onder overlegging van het terzake ingewonnen rechtskundige advies geven wij U in ovenweging tot het vorenstaande te besluiten overeenkomstig het hier bij gevoegde ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuviarden, A.A.M. van der Meulen, Burgemeester. de Jong, Secretaris. jf- QMNk.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1962 | | pagina 224