tot vaststelling van de bijgevoegde ontwerp-besluiten tot wijziging van he
Algemeen Ambtenarenreglement en van de Uitkeringsverordening.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M.van der Heulen Burgemeester.
de Jong Secretaris.
Verzonden 4 mei 1962.
No. 5622a
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
13 april 1962 (bijlage no. 115
gezien de brieven van het Centraal Bureau inzake gemeenschap
pelijke behandeling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden d.d.
23 januari 1962, no. 31 en 26 februari 1962, no. 99;
BESLUIT
vast te stellen de volgende
Verordening tot wijziging van het Algemeen
Ambtenaren regelement.
Artikel I.
Artikel 24, tweede lid, wordt gelezen als volgt:
2. Bij de regeling van de werktijd wordt in acht genomen:
a. dat de werktijd in de regel ten hoogste 45 uren per week en 9
uren per dag bedraagt;
b. dat geen arbeid wordt verricht op zaterdagen en op zondagen, ten
zij de aard van het werk afwijking van deze regel noodzakelijk
maakt;
c. dat voor ambtenaren, die continu-arbeid verrichten, de werktijd
gemiddeld 42 uren per week en ten hoogste 168 uren in vier achter
eenvolgende weken bedraagt;
d. dat de werktijd behoorlijk door rusttijd wordt or. crbroken.
Artikel II.
In artikel 24, derde lid, wordt voor "onder c" gelezen "onder b".
Artikel III.
In artikel 30, eerste lid, wordt achter "onafgebroken verleend" een
punt geplaatst en vervallen de woorden "met dien verstande dat van het
minimum vakantieverlof, bedoeld in artikel 26, eerste lid, in de regel
12 dagen aaneengesloten worden genoten".
Artikel IV.
Artikel 53, wordt gelezen als volgt:
1Aan een ambtenaar, die een hoofdbetrekking bekleedt in dienst der
Gemeente, worden vergoed de in enig, een jaar omvattend, tijdvak
te zijnen laste blijvende, naar het oordeel van Burgemeester en
Wethouders redelijk gemaakte kosten voor verrichtingen en leveringen,
vallende onder de voorziening, bedoeld in artikel 51a, voorzover zij
tezamen met de voor de deelneming in deze voorziening verschuldigde
bijdrage een bedrag overschrijden van 5^ van het in dat tijdvak ge
noten salaris.
