as£fr—lw" —iiE» lio5971 DA HUB EER GEÏffiEIÏTE LEEÏÏÏÏARDEW; age no? 127^y00rotel van 3ur&encGstcr on Wethouders van 7 de BESLUIT: «n ifSo™ !s?TütrIS,Lï:T -V"t srto- J"^uC wVoctcld in de openbare vergadering Voorzitter. Secretaris. Benoeming gemeentelijk inspecteur voor het Bouw- en ïïoningtoezicht en wij ziging van de Bezoldigingsverordening i960. Bijlage no. 128. Leeuwarden, 7 mei 1962. Aan de Gemeenteraad. In 1% vergadering van 4 april j.l. is besloten de beslissing op ons voorstel d.d. 23 maart 1962 inzake benoeming van een gemeentelijk inspec teur voor het Bouw- en Woningtoezicht en wijziging van de Bezoldigingsver ordening 1960 (bijlage no. 35) aan te houden, in afwachting van een door ons uit te brengen nader prae-advies over de vraag of een zelfstandige dienst voor Bout/- en Woningtoezicht al dan niet de voorkeur verdient. Teneinde bij de beantwoording van die vraag ook gebruik te kunnen naken van de in andere Gemeenten opgedane ervaringen, hobben wij inlich tingen ingewonnen bij de besturen van de Gemeenten met een inwoneraantal tussen 70.000 en 140.000. Hierbij is gebleken dat in 3 van de 15 Gemeenten het Bouw- en Woningtoezicht een zelfstandige dienst is, n.l. in Arnhem (125.OOO inwoners); Tilburg (138.390 inwoners) en Hilversum(101238 inwo ners). In 11 Gemeenten ressorteert het Bouw- en Woningtoezicht onder de dienst der Openbare Werken oï een soortgelijke dienst, In dén Gemeente is het Bouw- en Woningtoezicht gecombineerd met het Woningbedrijf, een uit zonderlijke situatie welke voor onze Gemeente van geen verder bolang is. De besturen der 11 Gemeenten, waar het Bout/- en Woningtoezicht onder de dienst der Openbare Werken ressorteert, hebben ons medegedeeld dat nimmer is overwogen om het Bouw- er. Woningtoezicht om te vormen tot oen zelfstan dige dienst; dat or nooit moeilijkheden zijn gerezen net betrokking tot het toezicht op door Openbare Werken ontworpen plannen en dat er geen speciale maatregelen zijn getroffen om de objectiviteit ten opzichte van de door Openbare Werken ontworpen plannen te waarborgen. Onder deze Gemeenten bevinden zich er vier met een inwoneraantal van moor dan 100.000, n.l. Apel doorn (105.760 inwoners); Breda (111.101 inwoners); Enschede (128.090 in woners) en Hijmegen (132.775 inwoners). Als bijzonderheid zij nog vermeld dat in drie Gemeenten 'iet Bouw- en Woningtoezicht in het verleden wel een zelfstandige dienst is geweest, n.l. in Heerlen (73.294 inwoners) van 1921 tot 1930; in 's Aertogenbosch 73299 inwoners) tot 1953 en in Leiden (96.979 inwoners) tot de dertiger jaren. De verkregen inlichtingen hebben ons gesterkt in onze opvatting dat de bezwaren, welke tegen liet doen ressorteren van het Bouw- en Woningtoe zicht onder Openbare V/erken kunnen worden aangevoerd, niet van praktische aard zijn. De Verordening regelende den rang, het getal, de benoeming enz. der ambtenaren van de Gemeentewerken geeft voorts naar onze mening de zelf standigheid van de gemeentelijk inspecteur voor het Bouw- en Woningtoezicht ook in juridisch opzicht oen voldoende stevige grondslag. Dat de gemeen telij]: inspecteur voor het Bouw- en Woningtoezicht hiërarchisch onderge schikt is aan de directeur der Openbare Werken neemt immers niet weg dat hijals hoofd van de tweede afdeling, zelfstandig verantwoordenjk is voor de uitvoering van de tot zijn afdeling behorende werkzaamheden. "Wij twijfelen er dan ook niet aan 01 de gemeentelijk inspecteur voor hot Bouw en Woningtoezicht zal de ontwerpen van de eerste afdeling van de Openbare Werken op geheel dezelfde wijze beoordelen als de ontwerper, van particu lieren en ook van zijn, eventueel van die var. de directeur der Openbare Werken afwijkende, mening aan ons doen blijken. Dat de positie van liet Bouw- en Woningtoezicht tegenover het publiek ook naar enigermate zou kunnen worden verzwakt kunnen wij niet inzien, terwijl ooi: van oen achteruitgang in status van het BOUW- en ïïoningtoe zicht naar onze mening in het geheel geen sprake is. Het doen ressorteren van het Bouw- en Woningtoezicht onder de Openbare 'Werken betekent slechts dat een qua omvang kleine dienst wordt geïntegreerd in oen groter geheel,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1962 | | pagina 257