/V
Vaststellen aar.tal wekelijkse lesuren vakonderwijs openbare scholen en
toekennen voorschotten bijzondere scholen voor v.g.l.o. en u.l.o., beide
voor 1962.
Bijlage no. 44. Leeuwarden, 8 februari 1962.
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge artikel lOlbis, le lid, der Lageronderwijswet 1920 bepaalt
de Raad van de Gemeente, die ten behoeve van een of meer openbare scholen,
onderscheidenlijk voor gewoon, voortgezet gewoon en uitgebreid lager on
derwijs, vakonderwijzers heeft aangesteld, elk jaar voor elke daarvoor in
aanmerking komende soort van scholen het aantal wekelijkse lesuren, gedu
rende hetwelk vakonderwijs zal worden gegeven. Dit aantal wordt berekend
door deling van het totaal aantal per week te geven uren vakonderwijs door
het volgens artikel 28 der wet verplichte aantal onderwijzers aan die
s oho 1 en
Bij het openbaar gewoon lager onderwijs wordt geen vakonderwijs ge
geven. Aan enkele bijzondere scholen voor gewoon lager onderwijs zijn vak
leerkrachten in dienst, maar noodzakelijk achten wij zulks niet, zodat
wij ook niet kunnen voorstellen terzake een afzonderlijke vergoeding toe
te kennen
Aan de drie gemeentelijke scholen voor voortgezet gewoon lager onder-
wij s bedraagt het aantal wekelijkse lesuren vakonderwijs in totaal 108.
Het aantal verplichte leerkrachten is 19- Het aantal wekelijkse lesuren
per leerkracht bedraagt dus 108 19 is 5 13.
19
Bij hel openbaar uitgebreid lager onderwijs bedraagt het aantal weke
lijkse lesuren vakonderwi j s in totaal 201 2/ 3 en het aantal verplichte
leerkrachten 52. Het aantal wekelijkse lesuren per leerkracht bedraagt
hier dus 201 2/3 52 is 3 137/156.
De besturen van de gelijksoortige bijzondere scholen kunnen voor
1962 voor beloning van hun vakleerkrachten aanspraak maken op een vergoe
ding uit de gemeentekas, welke wordt bepaald met inachtneming van bovenbe
doelde getallen wekelijkse lesuren, het getal verplichte leerkrachten aan
hun scholen ,n een beloning tot een bedrag, waarop de vakonderwijzers aan
spraak wouden hebben gemaakt, indien zij in dienst der Gemeente waren.
De daarvoor in aanmerking komende besturen van de bijzondere scholen
voor voortgezet gewoon en uitgebreid 'lager onderwijs hebben gebruik ge
maakt van de hun bij artikel lOlbis, 5e lid, der wet geboden gelegenheid
op vorenbedoelde vergoeding een voorschot asn te vragen. Dit voorschot
wordt op gelijke wijze berekend als de definitieve vergoeding, terwijl na
afloop van het kalenderjaar de afrekening met de schoolbesturen plaats
vindt onder overlegging van de nodige bewijsstukken
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te besluiten
overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.M. van der i.ieulen, Burgemeester.
de Jong, Secretaris
crzonden 9 februari 1962.