Hoofdstuk II.
Bestemmingsbepalingen
Par1Bungalows
Artikel 3-
1. De terreinen, op de plankaart aangeduid met de letter A zijn bestemd
voor de bouw van bungalows
1. Van elk terrein, als bedoeld in het eerste lid, mag nieu neer worden
bebouwd dan 25$ van de totale oppervlakte van het terrein.
,5. Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van
de plaatsing van de bungalows.
Artikel 4,
1. Een bungalow moet worden afgedekt met naar 2 zijden hellende dakvlakken,
met dien verstande, dat de dakhelling maximaal 35 mag bedragen.
2. De gpothoogie mag, gerekend vanaf het krachtens de bouwverordening
vast ce stellen peil van de bovenkant van de begane grcndvloer, niet
meer dan 4.- m bedragen.
A rtikel 5
1. Bij elke bungalow mag, hetzij ais onderdeel van het gebouw, hetzij
afzonderlijk, een garage worden gebouwd.
2. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten
aanzien van de plaatsing, de hoogte en do afmetingen van de in het eerste
lid bedoelde garages
Artikel 6
De bungalows en de in artikel 5 bedoelde garages moeten binnen do op de
plankaart aangegeven bebouwingsstrook worden gebouwdDe voorgevel moet
daarbij samenvallen met de voorgevelrooilijn.
Artikel 7
'ondon, 1 bij zijn beste .uin, moe
ten als z -danig -orden aangelegd en mogen behalve met -..en garage als be
doeld in artikel 5.. 3P geen enkele wijze wórden bebouwd. Het aanbrengen
van overkappingen is evenmin toegestaan.
Par. 2. Vrijstaande en dubbele woningen.
Artikel 8
Op de gronden, welke op de plankaart rnet een dubbele getrokken lijn zijn
omgeven, mogen uitsluitend vrijstaande of dubbele oengezinshuizen worden
gebouwd.
Artikel 9-
1. De woningen, bedoeld in artikel 8, moeten bestaan uit 2 bouwlagen en
moeten weiden afgedekt met hellende dakvlakken. De o.akhelling moet naar
beide zijden van de nok gelijk zijn en moet ten minste 35 en mag 'ten
hoogste 52 30' bedragen.
Ie won i
bedragen aan 5.65 m, gerekend boven de kruin van de aangrenzende weg.
- 5 -
Artikel 10.
1. Do gevelbreedte, gemeten in de voorgevelrooilijn, moet van een vrij
staande woning ten minste 6.50 m en van een woning, welke deel uit
maakt van een blok dubbele woningen, ten minste 6.- m bedragen
2. De zijdelingse afstand var de vrijstaande woningen en de woningblokken
tot de erf scheid in gen moet, gemeten in de voorgevelrooilijn, ten
minste 2.- ra bedragen.
Artikel 11
1, Bij elke woning mag op het daarbij behorende terrein een garage wor
den gebouwd met een maximale oppervlakte, buitenwerks gemeten, van 25 m2.
2. De in het eerste lid bedoelde garages mogen tot op de zijerfscheiding
worden gebouwd.
3- Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eiser, te stellen ten
aanzien van de plaatsing en dc hoogte van de in het oerste lid bedoelde
garages
Artikel 12
1. De voorgevels van de in artikel 6 bedoelde woningen moeten samenvallen
met de op de plankaart aangegeven voorgevelrooilijn.
2. De achtergevelrooilijn bevindt zich op een afstand van 12.50 m achter
de voorgevelrooilijn.
Artikel 13.
De onbebouwde gronden, behorende bij een woning als bedoeld in artikel
8, zijn bestemd tot tuin, moeten als zodanig worden aangelegd en mogen
behalve met een garage, als bedoeld in artikel 11, op geen enkele wijze
worden bebouwd. Het aanbrengen van overkappingen is evenmin toegestaan.
Hoofdstuk III.
Slct- on overgangsbepalingen
Artikel 14
Van oen besluit tot het stellen van nadere voorwaarden of nadere eisen,
als bedoeld in artikel 3, derde lid, artikel 5» tweede lid er. artikel 11,
derde lid, kan de aanvrager of de houder dor bouwvergunning oinnen één
maand nadat hem van het besluit is kennis gegeven, schrifteLijk in beroep
komen bij de Gemeenteraad.
Artikel 15 -
Niet in overeenstemming met het uitbreidingsplan zijnde gebouwen, die ten
tijde van de tervisielegging van hot ontwerp daarvan reeds bestónden, of
in aanbouw waren of zijn gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip verleende
bouwvergunning mogen - behoudens onteigening overeenkomstig de wet -t
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, mits de bestaande afwijking
van het plan daarbij niet wordt vergroot;
b. nadat zij door een calamiteit zijn verwoest, met inachtneming van de lijn,
aangevende de grens der bebouwing aan de wegzijdegahoel worden ver
nieuwd :f veranderd, aits de bestaande afwijkingen van het plan daarbij
niet worden vergroot