2. Burgemeesfcer en Wethouders Kunnen met betrekking tot de plaatsing en de afmetingen van de balkons en de loggia's nadere eisen steil en. 1. Onbebouwde gronden, behorende bij meergezinshuizen zijn bestemd tct tuin en mogen, behoudens het bepaalde in de beide volgende leden, niet v/orden bebouwd of overdekt. - A - 2. Do bouw van bijg wei ia alleen to< taai i -edeelten net bij ie in het eerste lid bedoelde woningen behorende erf, welke op de kaart van een lijnarcering zijn voorzien. 3« De hoogte van de in het tweede lid bedoelde bijgebouwen mar ten hoogste 2.60 m bedragen. Artikel 10. Onbeoouwde gronden, behorende bij een eengezinshuis, zijn bestemd tot tuin en mogen, behoudens het bepaalde in artikel 9, tweede lid niet v/orden bebouwd. Paragraaf 2: Meergezinshuizen. Artikel 11. 1. Op de mot C2, C3C7 on C9 aangeduide b ebouwi ng ss broken mogen uitsluitend meergezinshuizen in gesloten bebouwing borden gebouwd, overeenkomstig het bij deze woningtypen beherende en op de kaart aangcgeven bcbouwingsprofiel. >k, 1 jk i le aand ling op de ka- r winkels op de begane grond verplicht zijn, moet de begane grond *heel of m i als winkel w r icht. 3. Do toegelaten minimale voorgevelbreedte van de woningen, bedoeld in het eerste lid, bedraagt 8.- m, met dien verstande, dat de toegelaten minimale vcorgevelbreedte van de winkels, bedoeld in het tweede 1.: U arl oven te 1 ouw i woni ;en 6.- m gt, 4. Burgemeester en Wethouders kunnen van het bepaalde in het derde lid ontheffing verlenen, mei li n ver at in v r- lde maten met met worden verkleind. Artlkvl 12. 1. Bij meergezinshuizen met een oi rboui mc t voer nin Ge horende tot het meergezinsnuisin de onderbouw een afsluitbare ïrgruimte worden gemaakt, tenzij 1 g van Burgemf en Wethouders, op andere wijze in de behoefte aan een afsluitbare bergruimte wordt voorzien. 2. Burgemeester en Wethouders kunnen, indien volgens hot op de kaart aangegeven bebouwingsproiiel de onderbouw van een meergesinshuis gedeeltelijk onder het maaiveld moet komen te liggen, toestaan, dar deze onderbouw nagenoeg gelijk met het maaiveld komt te liggen. Artikel 'Ij. 1. Elke woning in een meergozmshuiswaarvan de vloer niet gelijk of nagenoeg gelijk met net maaiveld ligt, moet zijn voorzien van een balkon Oj. oen loggia met een oppervlak van tenminste 3 m2. Artikel 14. 2. Ter plaat: w ar dit bi an tr n met een lijnareering is aangegeven, ma het achtererf tot 100 f van de oppervlakte worden bebcuw tl rg— cruimtenj - - bij i n aan ie h ;1 van d nkel gane-gr - 5 - 3. Burgemeester en Wethouders kunnen onder deer hen to stollen nadere voorwaarden ontheffing verlenen van het bepaalde in hot eerste lid voor de aar.leg van een speelplaats of de bouw van één of meer gebouwtjes van bescheiden afmetingen ton dienste van het gebruik van do gemeenschappelijke tuin of de speelplaats. Paragraaf 3: Andere bestemmingen. Artikel 15» 1. Op de gronden, aangewezen Veer bijzondere bebouwing mogen uitslui tend niet voor bewening bestemde gebouwen voor bijzondere doel einden, zoals kerken, scholen, wijkgebouwen, restaurants, ver enigingsgebouwen en dergelijke worden gebouwd. 2. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd: a. vrijstelling te verlenen van het bepaalde in het eerste lid door toe tc staan, lat Wij een gebouw, als in dat lid bedoeld ton hoogste twee woningen worden gebouwd, welke uit hoofde van de bestemming van dat gebouw niet kunnen worden gemist (dienst woningen) b. nadere eisen stellen met betrekking tot de plaats de afmetin gen, en de vormgeving van de bebouwing als bedoeld in dit artikel 3. Do bebouwing moet binnen de op de kaart aangegeven bebouwingsstro ken werden opgericht. Artikel 16. Op de gronden, aangewezen voor garages, mogen uitsluitend autostal lingen (boxen) worden gebouwd, waarvan de hoogte maximaal 3«- m mag bedragen. Artikel 17 Op de gronden, aangewezen voor benzinestation, mag uitsluitend een bedrijfsgebouw worden opgericht ten behoove van de verkoop van motorbrandstoffen en het verrichten van kleine herstelwerkzaamheden aan motorvoertuigen. De hoogte van het gebouw raag maximaal 3«- m bedragen. Artikel 18. 1. Gronden, aangewezen vcor sportterrein, zijn uitsluitend bestemd voor het gebruik ten behoeve van de sport. 2. Burgemeester en Wethouders kunnen, onder het stellen van nadere voorwaarden ten aanzien van plaatsvorm en afmetingen, de nouv; van gebouwtjes ten dienste van het gebruik van deze gronden, zoals een club- of een kloedgebouwtje, toestaan. .'.rtikel 19. 1Gr ent i bebouwd met -ebcuwen, van temmi gronden niet kunnen wcrJen gemist. 2. Burgemeester cn Wethouders kunnen nadere voorwaarden stellen ten aanzien van plaats, vorm en afmetingen van de in het eerste lid bedoelde gebouwen. Artikel 20. Op de gronden, aangewezen vcor spoorbaan, mogen uitsluitend kleine gebouwen ten dienste van het spoorwegbedrijf werden opgericht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1963 | | pagina 158