4. indien de overdracht door toedoen van de koper niet notarieel wordt
verleden binnen Sen maand nadat dit besluit de goedkeuring van
Gedeputeerde Staten van Friesland heeft verkregen, is de koper
vanaf de datum, vallende dón maand na de datum van goedkeuring van
dit besluit tot do dag, waarop de akte wordt verleden, aan de
gemeente Leeuwarden over do koopsom een rente verschuldigd, bere
kend naar 4't% por jaar;
No. 0671
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 2 juli
1963 ("bijlage no. 218);
BESLUIT
aan J. Vonk, wonende Fonteinstraat 9e, alhier, te verkopen het per
ceel "bouwterrein, kadastraal bekend gemeente Huisun, sectie E, no.
679j gelogen tussen de Bordineweg en de Marningeweg, ter oppervlakte
van 910 n2, op de bij dit besluit behorende tekening roodomlijnd aan
gegeven, tegen een prijs, berekend naar 16per m2 en voorts onder
de volgende voorwaarden;
1alle op de grondoverdracht vallende kosten, daaronder begrepen die
van de inmiddels plaats gehad hebbende opmeting ad f 30,92 en die
van de levering van een afschrift van de akte ten behoeve van het
Gcmccnto-archiefkomen voor rekening van de koper;
2. de koper aanvaardt het terrein vrij van hypotheek, beslag en huur
ou vorder in de toestand, waarin dit zich ten tijde van de eigen
domsoverdracht bevindt, met alle lusten, lasten, plichten, erf
dienstbaarheden, enz., daartoe van ouds en met recht behorende;
3. do levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte van
overdracht
5- do door de koper betaalde waarborgsom ad 1.000,-- zal met de
bij het passeren van de akte te betalen koopsom worden verrekend;
de waarborgsom vervalt aan de gemeente Leeuwarden, indien het
passeren van de akte door toedoen van de koper geen doorgang vindt;
6. het risico voor en het onderhoud van het gekochte en alle daarvan
geheven wordende en nog te heffen lasten en belastingen komen vanaf
do levering voor rekening van de koper;
7- do gemeente Leeuwarden is tot geen andere vrijwaring gehouden dan
tot die wogens uitwinning;
8. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding
als bedoeld in de artikelen 1302 en 13^3 van het Burgerlijk Wet
boek;
