i
No. 9586 a.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 18 juli
1963 (bijlage no. 237);
BESLUIT
aan mevrouw A. Hacquebord, wonende Mr. P.J. Troelstraweg 41a, alhier,
te verkopen een perceel bouwterrein, ter oppervlakte van plm. 700 m2
gelegen ten oosten van de Mr. P.J. Troelstraweg, op de bij dit besluit
behorende tekening roodomlijnd en met nummer 1 aangegeven, tegen een
prijs van 19.000,-- en verder onder de volgende voorwaarden:
1de begrenzing van het verkochte zal door de dienst der Openbare
Werken der gemeente Leeuwarden ter plaatse worden uitgezet;
2. alle op de grondoverdracht vallende kosten, daaronder begrepen
die van de levering van een afschrift van de akte ten behoeve van
het Gemeente-archief, komen voor rekening van de koopster;
3. de koopster aanvaardt het terrein vrij van hypotheek, beslag en
huur en verder in de toestand, waarin dit zich ten tijde van de
eigendomsoverdracht bevindt met alle lusten, lasten, plichten,
erfdienstbaarheden, enz., daartoe van ouds en met recht behorende;
4. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte van
overdracht
5. de door belanghebbende gestorte waarborgsom ad 1.000,-- zal met
de bij het passeren van de akte te betalen koopsom worden verre
kend; de waarborgsom vervalt aan de gemeente Leeuwarden, indien
het passeren van de akte door toedoen van de belanghebbende geen
doorgang vindt;
6. tegelijk met de betaling van de koopsom zal de koopster aan de
gemeente Leeuwarden betalen een bedrag ad 3*000,-- als bijdrage
in de kosten van aanleg, verharding en onderhoud van het op boven
bedoelde tekening blauwomlijnd aangegeven en aan het verkochte
grenzende plein met toegangsweg;
7- het risico voor en het onderhoud van liet verkochte en alle daarvan
geheven wordende en nog te heffen lasten en belastingen komen vanaf
de levering voor rekening van de koopster;
8. de gemeente Leeuwarden is tot geen andere vrijwaring gehouden dan
tot die wegens uitwinning;
9. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding,
als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wet
boek