No. 10088.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 5 augustus
1963 (bijlage no. 243);
B E S L U I T s
tot 31 december 1990 aan H. Kwant, Goudenregenstraat 80, alhier, in
erfpacht af te staan een strook grond, ter breedte van 1 m en ter
lengte van plm. 20 m, op de bij dit besluit behorende tekening met
een rode kleur aangegeven, deel uitmakende van het perceel, kadastraal
bekend gemeente Leeuwarden, sectie F, no. 5909» tegen een erfpachts
canon, berekend naar een grondwaarde van 16,-- per m2 en een rente
voet van 5i70 por jaar en voorts onder de volgende voorwaarden;
1. de op de erfpachtsuitgifte vallende kosten, daaronder begrepen die
van het uitmeten door de landmeter van het kadaster, komen, voor
rekening van de erfpachter;
2. de erfpachtsakte moet notarieel worden verleden binnen een door
Burgemeester en Wethouders te stellen termijn;
3. voor het overige zijn op deze afstand in .rfpacht van toepassing
- voorzover mogelijk en mot het vorenstaande niet in strijd - de
bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen,
gelegen tussen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehorende aan
de gemeente Leeuwarden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Beroep N.V. Landbouwmaatschappij voorheen J. Verfaille, gevestigd te Den
Helder, tegen weigering bouwvergunning.
Bijlage no. 244. Leeuwarden, 1 augustus 1963.
Aan de Gemeenteraad.
Naar aanleiding van het ons om preadvies in handen gestelde schrij
ven d.d. 9 juli 1963 van de heer Mr. J. Baert, directeur van de N.V.
Landbouwmaatschappij voorheen J. Verfaille, houdende beroep tegen onze
beschikking van 19 juni 1963no. B 1745» waarbij de vergunning voor het
veranderen van het woongedeelte van de boerderij Lapedyk 2 te Wijtgaard
werd geweigerd, delen wij U het volgende mede.
Het beroepschrift is ingekomen op 11 juli 19^3» dus binnen de wette
lijk gestelde termijn, terwijl het ook overigens aan de wettelijke ver
eisten voldoet. De heer Baert dient derhalve in zijn beroep ontvankelijk
te worden verklaard.
De vergunning voor het veranderen van de onderhavige boerderij hebben
wij uit welstandsoverwegingen geweigerd. Wij zijn tot dit besluit gekomen
mede door het" eenstemmig afwijzend advies van de Schoonheidscommissie, die
ook na een mondelinge toelichting door de architect van appellant haar
afwijzend standpunt handhaafde.
Wij zijn met de Schoonheidscommissie van mening, dat het huidige
aanzicht van het woongedeelte met goede raam- en deurvormen de foto's
zijn bij de stukken gevoegd volkomen past in het Friese landschap
en dat elke verandering daarvan de welstand in. meer of minderde mate
zal schaden. Het door appellant overgelegde verbouwingsplan laat van
de fraaie raam- en deurvormen niets over. Het verwijderen van de kelder
met de aardige kelderramen met goede luikvormen, noodzakelijk om het
laten zakken van de vloeren overeenkomstig het door appellant ingediende
plan mogelijk te maken, zal naar onze mening de welstand van deze karak
teristieke oude boerderij in ernstige mate aantasten.
Aan het verweer van appellant, dat de kelder een grote schadelijke
ruimte in de reeds' kleine woning inneemt, zouden wij waarde kunnen toeken
nen, indien het niet op andere wijze dan door appellant voorgesteld moge
lijk zou zijn aan de eisen van modern wooncomfort, in het bijzonder
m.b.t. de nodige meerdere slaapkamers, tegemoet te komen. Naar onze
mening is het n.l. heel goed mogelijk door het aanbrengen van de nodige
esthetisch verantwoorde dakkapellen op de kap van kop en hals van de
boerderij het vereiste aantal slaapkamers te creëren.
Het standpunt van appellant, dat het op hetzelfde peil brengen van
de vloeren van kop en hals traplopen voorkomt is wel juist, doch naar
onze mening zullen vier of vijf traptreden moeten worden aanvaard om een
harmonisch en esthetisch verantwoord geheel te kunnen handhaven.
V/ij blijven dan ook bij onze mening, dat het plan van appellant
uit welstandsoverwegingen niet te aanvaarden is. V/ij geven Uw Raad in
overweging het beroep ongegrond te verklaren en ons bestreden besluit
in beroep te handhaven.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M.van der Meulen, Burgemeester.
Verzonden 9 augustus 1963»
de Jong, Secretaris.