ïTu de aanspraak op kindertoelage en -bijslag met ingang van 1
januari 1965 wettelijk is geregeld, is do gemeentelijke Kindertoelage-
vorordoning ingevolge artikel 194 der Gemeentewet met ingang van genoemde
datum van rechtswege opgehouden te gelden. In verband hiermede heeft het
Centraal Orgaan inzake gemeenschappenjko behandeling van gemeentelijke
personeelsaangelegenheden een aantal wijzigingen aangebracht in de ont-
werp-rochtspositieregelingen, welke voornamelijk hun oorzaak vinden in de
omstandigheid dat het begrip bezoldiging, als omschreven in artikel 16
van hot Algemeen Ambtenarenreglement, door de invoering van de nieuwe
kindertoelageregeling een andere inhoud hooft verkregen. Tot dusverre
werden ingevolge het bepaalde in artikel 10 van de Kindertoelageverorde-
ning, de kindertoelage en -toeslag mede begrepen onder het begrip be
zoldiging. Uu voor het gehele overheidspersoneel een "hogere" regeling
van kracht is geworden omvat het begrip bezoldiging bedoelde aanspraken
niet meer.
3enr -
Wijziging Algemeen Ambtenarenreglement, Arbeidsovereenkomstenverordening,
Wachtgeldregeling, Uitkeringsverordening en Verplaatsingskostenverordening.
Bijlage no. 262. Leeuwarden, 2 september 1965»
Aan de Gemeenteraad.
Met ingang van 1 februari 1965 is als uitvloeisel van artikel 10
van de Kinderbijslagwet voor loontrekkenden in werking getreden de
Kindertoeslagregeling overheidspersoneel. Deze regeling bevat de
aanspraken van het overheidspersoneel op kindertoelage voor de eerste
twee kinderen, alsmede op een aanvullende kindertoelage voor derde en
volgende kinderen. Voor derde en volgende kinderen ontvangt hot over
heidspersoneel kinderbijslag ingevolge te Algemene Kinderbijslagwet.
Artikel 16 van het Algemeen Ambtenarenreglement blijft ongewijzigd,
aangezien de aanspraken ontleend aan de Kindertoelageregeling overheids
personeel, niet onder het begrip bezoldiging kunnen worden gebracht.
Waar dus in de desbetreffende wijzigingsartikelen gesproken wordt over
bezoldiging, dienen de kindertoelage-aanspraken met zóveel woorden te
worden opgenomen, zulks ter verkrijging van een berekeningsbasis, welke
overeenkomt met de tot nu toe bestaande regeling.
Bijgaande ontwerp-raadsbesluiten tot wijziging Van het Algemeen
Ambtenarenreglement, (artikel i), van de Arbeidsovereehkomstenverordening,
van do Wachtgeldregeling (artikel i), Van de Uitkeringsverordening en
van de Verplaatsingskostcnverordoning, hebben betrekking op de gewijzigde
aanspraak van het Gemeentepersoneel op kindertoelage.
Ter nadere toelichting van enige artikelen diene nog het navolgende.
Artikel 14, 1e lid, A.A.R.
Gezien het feit, dat do kindertoelage een belangrijk bestanddeel
vormt van de aanspraken van de ambtenaar, wordt voorgesteld de ambtenaar,
zo hij hierom verzoekt, een exemplaar van de Kindcrtoelageregeling
Overheidspersoneel ter hand te stellen.
Artikel 4. 5e lid. Waohtge 1 dr.ege 1 ing
In verband met het feit dat de gemeentelijke Kindertoelageverorde-
enaar
geniet ingevolge de Wachtgeldregeling, is het noodzakelijk in artikel
4 van deze regeling een nieuw derde lid in te voegen, inhoudende een aan
spraak op kindertoelage overeenkomstig de bepalingen van de Kindertoe-
lagcrogeling Overheidspersoneel
Artikel 10, Ge lid, tweede zin, Wacht gelaregeli-g.
Teneinde te vermijden dat d< ambtenaar-wacïtgelder, die verplicht
is aai'! Bur gem eester en Weth n
uit ter hand genomen werkzaamheden, dubbele kinderbijslag gaat genieten,