12396.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDENJ
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
septemberb1963 (bijlage no. 289);
BESLUIT:
aan te kopen van W. Kalverboer en echtgenote, beiden wonende te
Sneek, Hemdijk 4> het perceel, plaatselijk bekend Auckamastraatje
4, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie C, no. 464?
voor een koopsom van ^>.000,-- en verder onder de volgende
voorwaarden
1. de grond wordt overgedragen met alles wat daarop of daarin
aanwezig is en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden
en lasten en daaraan verbonden rechten, in het genot van
huur, doch vrij van hypotheek;
2. de levering en de betaling geschieden op de dag van het
verlijden van de akte van overdracht;
3. van de levering af komen alle zakelijke lasten en belastingen,
welke van het over te dragen perceel met opstal geheven worden,
voor rekening van de gemeente Leeuwarden;
4. de verkopers zijn tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot
die wegens uitwinning;
5. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ont
binding, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het
Burgerlijk Wetboek;
6. de kosten van overdracht komen voor rekening van de gemeente
Leeuwarden.
het onder I bedoelde perceel onder te brengen in het Woningbedrijf»
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Extra subsidie gezinszorg.
Bijlage no. 290. Leeuwarden, 24 september 1963
Aan de Gemeenteraad.
De in onze gemeente werkzame instellingen voor gezinszorg ontvangen
een gemeentelijk subsidie overeenkomstig de door de Minister van Maat
schappelijk V/erk in het leven geroepen "Subsidieregeling Gezinsverzor
ging en Gezinshulp 1958"» Het Rijk en de Gemeente dragen elk in de kosten
van salarissen en sociale lasten van de gezinsverzorgsters 30 i° en in
die van de gezinshelpsters 25 i° bij. Het overheidssubsidie bedraagt
in totaal ongeveer 55 i° van de kosten. Uit de retributies, die van de
geholpen gezinnen worden geheven, en uit bijdragen van particulieren,
diaconieën enz., moet dus ongeveer 45 i° worden gedekt. Dit blijkt in de
praktijk moeilijkheden op te leveren.
De Contact-commissie voor de gezamenlijke stichtingen voor gezins
zorg te Leeuwarden, verzoekt thans om toekenning, boven het "verplichte"
gemeentelijke subsidie (het Rijk subsidieert slechts als de Gemeente in
gelijke mate bijdraagt), van een aanvullende gemeentelijke bijdrage van
10 °Jo van de kosten. In haar schrijven wijst de commissie er op, dat de
sterke stijging van de salariskosten er de oorzaak va:i is, dat de instel
lingen met tekorten werken.
Naar aanleiding van bovengenoemd verzoek om een extra subsidie heb-'
ben wij een onderzoek doen instellen naar de financiële positie van de ge
zinszorginstellingen ten einde te kunnen vaststellen of, en zo ja in
welke mate het verlenen van aanvullende bijdragen nodig en wenselijk is.
Gebleken is, dat niet alle instellingen in de afgelopen jaren met verlies
hebben gewerkt. Voor de instellingen, die wel een tekort hadden, bedroeg
het gezamenlijk tekort ongeveer 16.000,-- per jaar.
Van de na aftrek der overheidssubsidies overblijvende 45 van de
kosten kon in de afgelopen jaren ongeveer 30 fo worden gedekt door de
retributies, die van de geholpen gezinnen worden ontvangen. In deze 30 7°
zijn begrepen bijdragen, die de gemeentelijke Sociale Dienst verleende
als gezinnen niet in staat bleken een retributie te betalen. Gezien de
voortgaande stijging van de salariskosten en een mogelijke herziening
van de retributieschaaldie zou kunnen leiden tot een lagere bijdrage
van de minst draagkrachtige gezinnen, achten wij het waarschijnlijk, dat
in de toekomst nog ongeveer 25 fo van de kosten door de opbrengst der
retributies zal kunnen worden gedekt.
De opbrengst der donaties van particuliere zijde varieert van 6 "Jo
tot 17 56 van de kosten. Een opbrengst gelijk aan 12-g- 70 van de kosten lijkt
ons aanvaardbaar.
Van de wijze waarop de kosten van de gezinszorg moeten worden gedekt
kan nu de volgende opstelling worden gemaakt:
rijks- en "verplicht" gemeentelijk subsidie 55
retributies 25
donaties 12-g- <fc
92 i io
Het overblijvende tekort zou naar ons oordeel moeten worden gedekt
door een met ingang van 1963 te verlenen onverplicht gemeentelijk subsi
die ten bedrage van maximaal 7b 1° van He kosten. De bijdrage zal niet
hoger mogen zijn dan het bedrag, dat nodig is om een eventueel tekort
te dekken. Ook achten wij het van belang, dat het aanvullende gemeente
lijke subsidie mede afhankelijk is van de hoogte der uit eigen kring