schoollokalen, de kosten van het buitengewoon lager onderwijs enz.
De controle en de verwerking van deze zeer uitgebreide opgaven zal
naar wij veronderstellen voor de provinciale griffies en voor het
departement van Binnenlandse Zaken een tijdrovend werk zijn. V/ij
vrezen dan ook, dat de definitieve afrekening van de gemeentefonds
uitkeringen over i960 en volgende jaren nog geruime tijd op zich
zal laten wachten. Wel zijn op deze uitkeringen reeds zeer aan
zienlijke voorschotten verstrekt. Vermoedelijk zullen uiteindelijk
nog slechts betrekkelijk kleine bedragen moeten worden verrekend.
De z.g. limietkorting op de algemene uitkering, die voor onze
meente over 1963 130.000,-- bedraagt, is met ingang van 1964 ver
vallen
De uitkeringsnormen voor de algemene uitkering en voor de on-
derwijsuitkering uit het gemeentefonds zijn, in /erband met het
gestegen loon- en prijspeil, m.i.v. 1964 opnieuw verhoogd. De des
betreffende ministeriële circulaire vermeldt o.m. de hieronder
genoemde percentages en bedragen. Ter vergelijkiig zijn tevens ver
meld de bedragen, die bij de raming van de uitkeringen voor 1963
moesten worden aangehouden.'
1963 1964
bedrag per inwoner 60,50 61,50
uitkeringspercentage 112 120
factor waarmede 80 van de werke
lijke kosten van sociale zorg over
de basisperiode mogen worden ver
menigvuldigd 130 1
stichtingskostenbijdrage per
schoollokaal (bouwjaar 1961) 3.500,-- 3.95c,--
bijdrage voor onderhoud enz. per
schoollokaal 1 .375»1 .575,—
bijdrage voor meubilair, leer
middelen enz. per leerling
g,1'°' f 32,50 35,_.
v'g,"i,0# f 90,50 123,—
u,1*°' f 76,50 70,—
bijdrage per gymnastieklokaal
(bouwjaar 1961 ƒ15.500,-- ƒ19.150,—
De opbrengst van de gemeentefondsuitkeringen bedraagt over 1963 en
1964 naar raming respectievelijk: