Stichting Klinisch-Chemisch Laboratorium Leeuwarden. Bijlage no. 299- Leeuwarden, 10 oktober 1963» Aan de Gemeenteraad. Reeds geruime tijd bestaat er tussen de ziekenhuizen in Friesland in de vorm van het Provinciaal Instituut voor de Volksgezondheid een samen werking ten aanzien van de patholoog-anatomische, alsmede de bacteriolo gische en serologische onderzoekingen. Tot nu toe verricht evenwel elk van de ziekenhuizen de nodige klinisch-chemische onderzoekingen zoveel mogelijk in zijn eigen labora torium. Het wordt echter steeds moeilijker in dit opzicht te voldoen aan de eisen, die de voortschrijdende medische wetenschap stelt. Met name de snelle ontwikkeling van de biochemie in de geneeskundige sector brengt de mogelijkheid en de noodzaak mee steeds ingewikkelder en omvangrijker onder zoekingen in te stellen. Te voorzien is dan ook, dat tinnen afzienbare tijd een behoorlijk ziekenhuis, dat niet de beschikking heeft over een uitgebreid biochemisch laboratorium, niet meer denkbaar is. Tenzij een andere oplossing gevonden kan worden zal een ziekenhuis, dat bij wil blij ven, zich dan ook stellig voor de noodzaak geplaatst zien over te gaan tot het aanschaffen van vele nieuwe apparaten en instrumenten en tot het aan trekken van tal van arbeidskrachten waaronder hoog gekwalificeerde en bij zonder gespecialiseerde. Een andere oplossing als zoeven bedoeld is de op richting en exploitatie van een gemeenschappelijk klinisch-chemisch laboratorium voor de drie Leeuwarder ziekenhuizen. De ontwikkeling van de laatste jaren en de vooruitzichten voor de komende tijd op het onderwerpelijke terrein hebben geleidelijk aan bij be sturen en directies van deze ziekenhuizen de geesten doen rijpen voor een dergelijke nauwe samenwerking. Als voordelen, verbonden aan de stichting van een gezamenlijk laboratorium, waarbij de laboratoriumwerkzaamheden in elk van de ziekenhuizen zelf belangrijk worden ingekrompen, ziet men namelijk: a. de mogelijkheid om door een rationeler tewerkstelling van personeel en een economischer gebruik van materiaal tot een besparing te komen; b. de mogelijkheid om bepaalde personeelsleden aan te trekken en bepaalde instrumenten aan te schaffen, die elk van de ziekenhuizen apart zich niet zal kunnen permitteren; c. de betere geroutineerdheid van het personeel, belast net de moeilijker onderzoekingen, die een grote vaardigheid vergen; d. de mogelijkheid om onderzoekingen ter hand te nemen, waarvoor thans een beroep moet worden gedaan op laboratoria elders; e. het scheppen van de gelegenheid tot het doen van onderzoekingen van mee wetenschappelijk belang (research), waardoor het ongetwijfeld mogelijk zal zijn beter onderlegde krachten aan te stellen en dezen langer te binden. Een uitgezochte gelegenheid om de gedachte aan een gemeenschappelijk klinisch-chemisch laboratorium te realiseren deed zich inmiddels voor nu de bouw van het nieuwe laboratorium van het Provinciaal Instituut voor de Volksgezondheid aan de verlengde Jelsumerstraat ter hand werd genomen. Het bestuur van dit instituut was bereid onder bepaalde voorwaarden op het te stichten laboratorium een speciale verdieping te doen bouwen ten dienste van een klinisch-chemisch laboratorium en deze te verhuren aan een stichting, opgericht met het doel klinisch-chemischelaboratorium- onderzoekingen te verrichten ten behoeve van ziekenhuizen en eventueel anderen en in welker bestuur naast door de besturen van de Leeuwarder ziekenhuizen aangewezen personen ook enkele door het bestuur van dat instituut benoemden zitting zouden hebben. De mogelijkheid van toetreding van andere ziekenhuizen tot de samenwerking is aanwezij. Gezien het stadium, waarin de plannen voor de bouw van het laboratorium van het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1963 | | pagina 355