een voertuig ingerichte gedeel te van het veemarktterrein; fdirecteur de directeur van het Slachthuis en de Veemarkt. Artikel 2. 1. De veemarkt wordt, met uitsluiting van ieder ander terrein, gehouden op het veemarktterreinde vee- markthal inbegrepen. 2. Buiten het geval van: a. verkoop als gevolg van execu toriaal beslag als bedoeld in artikel 4^3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering; b. boelgoed: is het verboden op een andere, dan de in het eerste lid bedoelde plaats in het openbaar een verkoping van vee te houden. Artikel 3. Burgemeester en Wethouders stellen het begin en het einde vast van de tijd, waarbinnen op de marktdag vee: a. tot het veemarkttorrein cal worden toegelaten b. tot de veemarkt zal worden toege laten Artikel 4. 1. Het is verboden: a. 1e. runderen boven de leeftijd van één jaar en eenhoevige dieren in een groter aan tal dan twee tegelijk en anders dan geleid; 2e. stieren boven de leeftijd van één jaar in een groter aan tal dan een tegelijk en an ders dan geleid; op het veenarktterrein aan te voeren b. stieren boven de leeftijd van één jaar, die niet voorzien zijn van een deugdelijke neusring, op het veemarktterrein aan te voeren of te hebben. Het in het eerste lid, onder a, vervatte verbod geldt niet, indien vee, als bedoeld in dat lid, in een voertuig op het veemarktterrein wordt aangevoerd. Artikel 5 Het is verboden op de marktdag uit onderscheidenlijk in een voertuig- vee, dat: a. bestemd is voor de veemarkt, te lossen; b. afkomstig is van de veemarkt, te laden; anders dan op het veemarktterrein. Artikel 6. 1Het is verboden op het veemarkt terrein uit of in een voertuig: a. eenhoevige dieren en runderen, niet zijnde nuchtere kalveren, te lossen onderscheidenlijk te laden op een andere plaats dan op het los- en laadperron, als bedoeld in artikel 1, onder e, sub 1e b. schapen te lossen onderscheiden lijk te laden op een andere plaats dan op het los- en laad perron, als bedoeld in artikell onder e, sub 2c; c. vee, niet bedoeld onder a en b, alsmede nuchtere kalveren, te lossen onderscheidenlijk te la den op andere dan door of namens de directeur aan te wijzen plaat sen 2. De in het eerste lid vervatte ver boden gelden niet voorzoveel het betreft het lossen en laden van vee uit onderscheidenlijk in een spoor wagon 3. Be eigenaar of houder van een voer tuig dient er voor zorg te dragen, dat bij het lossen onderscheiden lijk laden van vee uit of in dat voertuig de door of namens de direc teur gegeven aanwijzingen en beve len in acht worden genomen. Artikel 7- Het is verboden op een los- en laadper ron binnen de tijd, als bedoeld in ar tikel 3onder b, vee langer te doen of te laten verblijven dan gedurende de tijd die nodig is voor het onmid dellijk geleiden van dat vee naar: a. de vooraanbindruimtegrenzende aan het los- en laadperron, als bedoeld in artikel 1, ender e, sub 1e; b. de veemarkt;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1963 | | pagina 369