- 4 -
1e. op werkdagen tussen een uur na
middernacht en negen uur des
voormiddags
2e. op zondagen tussen een uur na
middernacht en vier uur des
namiddags
c. gedurende de tijd, bestemd voor de
betreffende markt - niet zijnde een
kermis door middel van een luid
spreker of enig ander toestel of in
strument gesproken woord of muziek
en/of zang ten gehore te brengen;
d. een andere standplaats in te nemen,
dan die, welke door of namens de
directeur is aangewezen;
e. inrichtingententen, kramen of tafels
.te plaatsen of goederen en/of waren
uit te stallen op een andere wijze
dan overeenkomstig de door of namens
de directeur gegeven aanwijzingen en
bevelen
f. voertuigen, welke niet worden gebe
zigd om daaruit goederen of waren te
verkopen, te doen of te laten staan.
2. Doer of namens Burgemeester en Wethouders
kan ontheffing worden verleend van het in
het eerste lid, onder c, vervatte verbod.
Artikel 10.
Degene, aan wie vergunning is verleend
tot het innemen van een standplaats op
een marktterrein, is verplicht:
a. er op toe te zien, dat in de omgeving
van die standplaats geen vuilnis, af
valstoffen, papier of andere verpak
kingsmiddelen worden weggeworpen of
achtergelaten;
b. er voor zorg te dragen, dat:
1e. in de omgeving van die stand
plaats weggeworpen of achterge
laten vuilnis, afvalstoffen, pa
pier of andere verpakkingsmidde
len geregeld worden verwijderd;
2e. op een standplaats geen vuilnis,
verpakkingsmiddel enbeschadigde
of bedorven goederen of waren
worden achtergelaten.
Artikel 11.
1. De voorwerpen, goederen of waren, die
na het einde van een markt onbeheerd
op het betreffende marktterrein worden
aangetroffen, worden voor rekening
van de eigenaar of houder van Ge
meentewege in bewaring gesteld.
2. Wanneer de voorwerpen, goederen of
waren, als bedoeld in het eerste lid,
niet binnen een week na het einde van
die markt door de rechthebbende zijn
afgehaald, worden zij van Gemeente
wege verkocht.
3. Burgemeester en Wethouders kunnen de
termijn van een week, genoemd in het
tweede lid, verkorten indien het aan
bederf onderhevige waren betreft.
Artikel 12.
1. liet is verboden op de voor een markt
bestemde tijd op een marktterrein:
a. te venten;
b. een rijwiel- daaronder begrepen een
rijwiel met hulpmotor in de zin van
artikel 1, eerste lid, onder d,
van net Wegenverkeersreglement - te
berijden, dan wel een dergelijk
rijwiel aan de hand mee te voeren.
2. Door of namens Burgemeester en Wet
houders kan ontheffing worden ver
leend van de in het eerste lid ver
vatte verboden.
3. Burgemeester en Wethouders kunnen, in
dien de situatie en de omstandigheden
daartoe aanleiding geven,bepalen
a. dat het in het. eerste lid, onder b,
vervatte verbod of
b. in hoeverre het in het eerste lid,
onder b, vervatte verbod
niet van tóepassing.is ten aanzien
van een bepaalde markt.
Artikel 13
Een ieder, die op een marktterrein de
orde verstoort of de eerbaarheid kwetst,
is verplicht zich op eerste bevel van de
directeur of van een ambtenaar van poli
tie onmiddellijk te verwijderen.
artikel 14-
Onverminderd de bij deze verordening be
paalde straffen kan de vergunning tot het
innemen van een standplaats op een markt
terrein worden ingetrokken en dient de
ingenomen standplaats terstond te worden
ontruimd, wanneer de houder van die ver
gunning:
a. in strijd handelt of in strijd doet
handelen met hetgeen is bepaald bij
of krachtens deze verordening;
b. de door of namens de directeur ge
geven aanwijzingen cf bevelen niet
nakomt of niet doet nakomen;