Schade door sluiting Oosterbrug
Bijlage no. 507Leeuwarden, 16 oktober 19^5
Aan de Gemeenteraad.
Het is U bekend, dat de reparatie van de Oosterbrug, waarvoor U op 19 sep
tember 1962 en 21 augustus 1965 de nodige gelden beschikbaar stelde, meer tijd
heeft gevergd dan aanvankelijk werd verwacht. De lange duur van de herstellings
werkzaamheden betekent een tegenvaller voor de Gemeente, maar niet voor deze
alleen. Ook de langs de Oostergracht gelegen bedrijven, die van het scheepvaart
verkeer afhankelijk zijn hebben met moeilijkheden te kampen gehad. Kan men voor
deze bedrijven spreken van een normaal bedrijfsrisico, wanneer land- of water
wegen door reparaties of dergelijke openbare werken, dan wel door andere oor
saken als gladheid en ijsgang onbegaanbaar zijn geworden, in het onderhavige
geval zijn ook twee schippers de dupe geworden van de lange duur van de herstel
werkzaamheden
Het betreft hier de schippers P.. Zwaga en J. Griffioen, die vlak vóór de
sluiting door de Oosterbrug zijn gevaren om bij het scheepsreparatiobedrijf Van
Leeuwen hun schepen te laten repareren, zij het met dit verschil, dat de heer'
Zwaga zulks deed overeenkomstig de afspraak tussen Van Leeuwen en de (Gemeente,
terwijl de heer Griffioen op eigen risico door de Oosterbrug is gevaren en van
Gemeentewege nog gewaarschuwd is, dat het herstel van de brug nog geruime tijd
kon duren.
Nu van beide schippers een verzoek om schadevergoeding is binnengekomen
achten wij het redelijk, dat de heer Zwaga, die op grond van mededelingen van
de fa. Van Leeuwen, gebaseerd op inlichtingen van de zijde van de Gemeente, mocht
verwachten dat de reparatie van de Oosterbrug ongeveer even lang zou duren
als het herstel van zijn schip, een tegemoetkoming ontvangt in de schade gele
den gedurende de periode tussen het tijdstip, waarop naar venvacht werd de brug
hersteld zou zijn (l6 juli), tot de datum, waarop zijn schip met onze medewer
king in ballast onder de brug door is gesleept (6 augustus).
De heer Griffioen, die ondanks de gegeven waarschuwing geheel op eigen
risico door de Oosterbrug is gevaren en zich dus niet kan ocroepen op tengevolge
van gemeentelijke mededelingen redelijkerwijze gekoesterde verwachtingen, komt
niet voor vergoeding in aanmerking.
Wij stellen U voor, overeenkomstig bijgaand concept-besluit, schipper R.
Zwaga een tegemoetkoming te verlenen in de schade geleden gedurende de periode
van 16 juli tot 6 augustus, groot 696,60, zijnde do helft van het naar raming
door het stilliggen gedurende die tijd verbeurde bedra .(Dit bedrag is berekend
aan de hand van de door de Rijksverkeersinspectie gehanteerde normen)
De uitgave kan worden bestreden uit het door Uw Raad op 21 augustus j.l.
beschikbaar gestelde krediet.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen, Burgemeester.
de Jong, Secretaris.
Verzonden 17 oktober 1963