V/i j ziging we th oud ersp ensi o en en Bijl age no. 325. Leeuwarden, 5 november 196' iiar.de Gemeenteraad. Sinds de invoering van de zgn. volksverzekeringen (de Algemene Ouder domswet per 1 januari 1957 en de Algemene heduwen- en "wezenwet per 1 oktober 1959) beeft de samenloop van ambtelijke pensioenen met pensioenen krachtens genoemde verzekeringen een probleem gevormd. Bepaald werd, dat, indien be doelde samenloop plaats vond, de uitbetaling van het ambtelijk pensioen werd beperkt en wel per ambtelijk dienstjaar met 2/b van het pensioen krachtens de volksverzekering, tot een maximum van cOfj. Deze regeling werd in brede kring als onbillijk aangevoeld. Ook de Regering kwam na enige tijd tot de conclusie dat naar afschaffing van de beperking moest worden gestreefd. Als eerste stap op de weg naar die afschaffing werd bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal een wetsontwerp ingediend, waarbij de beperking werd teruggebracht tot 1,4i° per ambtelijk dienstjaar, mot een maximum van 5696* In afwachting van de aanvaarding van het wetsontwerp werd do nieuwe regeling vanaf 1 april I96O bij wijze van voorschot toegepast. Nadere bestudering van de pensioen-vraagstukken bracht de Regering tot het inzicht, dat algehele afschaffing van de beperking niet wenselijk was, maar dat de voorkeur moest worden gegeven aan het zgn, welvaartsvast maken van de ambtelijke pensioenen, hetgeen wil zeggen dat do ambtelijke pensioenen de wi jzigingen (verhogingen, maar eventueel ook verlagingen) van het algemene bezoldigingspeil dienen te volgen. Deze wolvaartovastkcid is krachtens de Y/et Pensioenmaatregelen 1963 (Y/et van 29 mei 1963, Stb. 210) ingevoerd per 1 januari 1963. De bij wijze van voorschot toegepaste vermindering van de beperking van het ambtelijk pensioen over de periode van 1 april I960 tot 1 januari 1963 werd bij dot van 29 mei 1963 (Stb. 209) gelegaliseerd. Per 1 januari 1963 werd de aanspraak op pensioen krachtens de Algemene Ouder domswet en de Algemene "..'eduwen- en Y/ezenwet geïntegreerd in do aanspraak op pensioen krachtens de ambtelijke pensioenregeling. Deze pensioenintegratie betekent, in het kort gezegd, dat het bedrag van het pensioen krachtons genoemde wetten, dat geacht l:an worden betrekking te hebben op een tijd overeenkomende met de diensttijd, tot oen maximum van 40 jaren, waarnaar het ambtelijk pensioen is bereizend, gerekend, wordt deel uit te maken van het ambtelijk pensioen» Daar het algcm jon pensioen geacht wordt betrekking te hebben op een tijdvak van 50 jaar ("ran het lpc tot hot 65e jaar) wordt maximaal 4O/5O gedeelte van het algemeen pensioen geacht te zijn geïntegreerd in het ambtelijk pensioen. Als gevolg van bedoelde integratie worden de promi js ingevolge de Al gemene Ouderdomswet en de Algemene ..oduwen— en wezenwet niet meer betaald door de ambtenaar, maar door het overheidsorgaan, waarbij do ambtenaar in dienst is. Hier staat tegenover dat de premie-compensatie kont te vervallen. Teneinde de ambtenaar te laten bijdragen in de kosten, verbonden aan het welvaartsvast maliën van de pensioenen, zal voorts het pcnsiocnvcrhaal worden verhoogd.. Laatstbedoelde maatregelen lenen zich niet voor toepassing met terug1:,'erken de kracht en zullen daarom eerst por 1 januari 1964 ingaan. Hot bovenvermelde complex van maatregelen is mede "an toepassing op de zgn. politieke pensioenen. Hot is daarom noodzakelijk over te gaan tot wijzi ging van de Verordening betreffende hot toekennen van een uitkering en een pensioen aan gewezen wethouders der gemeente Leeuwarden, zomede van een pensioen aan hun weduwen en wezen gcmcentcolad 19h7; ho» 17 en 195®'» r-° - 13) Deze verordening steunt op de wetten van 1 augustu; 19l° (eto. 455) en- van 31 januari 1957 (Stb. 30)» In deze woxton zijn do noodzakolijko wijzigingen over de periode van 1 april I96O zot 1 januari i9e3 aangebracht bij wet van 29 mei 1963 (stb. 209) en do wijzigingen vanaf 1 januari 1963 bij Y.'et van 29 mei 1963 (Stb. 210).

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1963 | | pagina 400