34 -
- 35 -
10. Hebben Burgemeester en Wethou-
dors do mogelijkheden tot deelname
aan de schooltelevisie onder ogen
gezien? vroeg een lid. Zijn er in
Leeuwarden scholen waar de school
televisie is ingevoerd?
11. Een lid vroeg of het College
al een definitief standpunt heeft met
betrekking tot de invoering van do
5-daagsc schoolweek.
12. Enige loden bepleitten invoering
van vakonderwijs in de lichamelijke
oefening voor het gewoon lager ondor-
wi j s
De Stichting ITodor lands e Onderwijs
'Televisie (iT.O.T.) is onlangs begonnen
met experimentele schooluitzondingen
voor een aantal daarvoor uitgenodigde,
over geheel Nederland gespreide scholen
liet was de bedoeling dat do Vijverschoo
(openbaar v.g.l.o.) hierbij zou worden
betrokken. Dit voornemen is niet goreal
soord door oen aantal misverstanden aan
de zijde van de N.O.'T. Wij hebben tegen
over de N.O.T. echter van onze belang
stelling voor- en onze bereidheid tot
deelneming aan dc schooltelevisie
blijk gegeven. Voor zover ons bekend,
zijn cr thans in Leeuwarden nog geen
scholen, waar schooltelevisie is inge
voerd.
Voor het innemen van een definitie-
standpunt dienen o.i, de ervaringen mei
do beperkte invoering van de 5~ó.aagsc
schoolweek te worden afgewacht.
Daargelaten of algemene invoering
van dit vakonderwijs wenselijk is,
vormen het tekort aan lokaalruimte cn
leerkrachten en do aan invoering van d
vakonderwijs verbonden kosten sterk,
belommerende factoren.
Nijverheidsonderwijs
1. Een lid drong met klem aan op
de totstandkoming van een Academie
van oociale Arbeid in Leeuwarden.
Deze zaak is niet alleen van gemeente
lijk doch ook van bijzonder provinciaal
belang.
2. Een ander lid vroeg of het
College kan meedelen hoe het staat
met de plannen tot invoering van
individueel technisch onderwijs
(I.T.O.)
3. Ziet het Collego een mogelijkheid
om het bestuur van de Hogere Tech
nische School tot v/at meer spoed aan
te manen bij het totstandkomen van
de nieuwe U.T.S., gesteld dat bij
dat bestuur dc oorzaak ligt van de
uitzonderlijk grote vertraging, die
bij de uitvoering dor plannen voor
een nieuwe school optreedt.
Van het belang van dc totstand
koming zijn wij volkomen overtuigd.
Deze is echter geheel afhankelijk van
de toekenning van rijkssubsidie.
Het bouwplan voor oen school voor
individueel technisch onderv/ijs is bij
het Ilinisterie van Onderwijs, kunsten
en Jetenschappen ingediend.
Het is bekend, dat het bestuur al
hot mogelijke heeft gedaan.
Voorbereidend hoger en middelbaar onder-
wi j s
1. Enige leden vroegen toezending
van het rapport inzake het gemeente
lijk v.h.m.o. aan do raadsleden, ook
indien de "overweging" daarvan door
Burgemeester en Wethouders geen aan
leiding sou geven zich met voorstellen
tot do Raad te wenden.
Over deze zaak wordt overleg ge
pleegd met dc afdeling V.H.M.O# van
het ministerie van Onderwijs, kunsten^
cn Wetenschappen. Na afsluiting van ei-
overlog zal dc Raad worden ingelicn.-.
2. Is in dit rapport ook aandacht
besteed aan een gemeentelijk lyceum
vroeg een lid.
Muzi ekschool
1, Enige leden spraken hun ongerust
heid uit over de huisvestingsmoeilijk
heden, die sullen ontstaan voor de
muziekschool, als het huidige gebouw
zal moeten worden verlaten.
Ziet het College een oplossing?
2. Een lid vestigde in dit verband
de aandacht op het gebouw in Droeven-
dal, waar "Het Baken" tijdelijk is
gehuisvest-.
Subsidies
1. Een lid verzocht het College
zijn subsidie-politiek in het algemeen
nader toe te lichten. Sommige subsi
dies worden belangrijk verhoogd op
grond van salarisverhogingen en andere
kostenstijgingen, terwijl de subsidies
op basis van het aantal inwoners slechts
zeer geleidelijk stijgen. De instel
lingen, die op laatstgenoemde basis
worden gesubsidieerd zien bij elke
loonstijging hun subsidie relatief
bekeken dalen. Tijdige aanpassing van
bedoelde subsidies aan de stijging
van het kostenpeil werd door dit lid
beplei t
Dit is het geval.
Wij delen de ongerustheid van deze
leden. Een oplossing voor de moeilijk
heden zien wij nog niet.
Wij betwijfelen, of bedoeld gebouw
voor het geven van muziekonderwijs wel
bruikbaar is.
Wij staan op Let standpunt dat onze
Gemeente door subsidiëring van bepaalde
instellingen zich in meerdere of mindere
mate mede verantwoordelijk heeft gesteld
voor het voortbestaan of het op bevredi
gende wijze functioneren van die in
stellingen.
Uit de bepalingen van de subsidiebeslui
ten en de overwegingen die daarbij hebben
gegolden moet worden afgeleid in hoe
verre de Gemeente zich voor een bepaal
de taak verantwoordelijk voelde op het
moment van de toekenning van een bepaald
subsidie. Rekening houdend mot die
overwegingen zullen wij van tijd tot
tijd bezien in welke mate aanpassing
van subsidies aan het gestegen kostenpeil
wenselijk is. Wij merken hierbij op, dat
instellingen die een z.g. waarderings
subsidie ontvangen niet zonder meer
op grond van kostenstijgingen op
subsidieverhoging mogen hopen.
'Jij beschikken nog niet over deze
gegevens
Een ander lid vroeg of ae
financiële resultaten van dc Fnsiana
al bekend zijn.
C- cm e on t ob pgr o t i ng
Uitgavon.
hoofdstuk II.
Volgno. 10.
Een lid vroeg om oen toelichting
van het grote verschil tussen de ra
ming voor het vorige jaar en die voor
1964.
Dit verschil is te verklaren uit
het feit, lat dc raming voor 1963 was
gebaseerd op do vóór 1 januari 19Ó2
geldende salarisrogeling, terwijl oij de
raming voor 19^4 rekening is gehouden
met de salarisvoorzieningen por 1 januari
1962 on I januari 19^3 cn met do door
voering per I januari 1964 van dc 3c
fase van do z.g. gedifferentieerde
salarisverhoging 1962/1965.