- 45 -
Bijlage 5-
Berekening uitkering voor sociale zorg uit het Gemeentefonds.
De uitkering voor sociale zorg over enig jaar kan worden uitgedrukt in
de volgende formule:
80 A B C ,XN2
x x (-)
100 3
A kosten van sociale zorg van de Gemeente over het jaar dat vijf jaar
ligt voor het uikeringsjaar
B kosten van sociale zorg van de Gemeente over het jaar dat vier jaar
ligt voor het uitkeringsjaar;
C kosten van sociale zorg van de Gemeente over het jaar dat drie jaar
ligt voor het uitkeringsjaar;
X kosten van sociale zorg van alle Gemeenten tezamen over het jaar
dat drie jaar ligt vóór het uitkeringsjaar (zelfde jaar als voor C);
Y kosten van sociale zorg van alle Gemeenten tezamen over het jaar dat
drie jaar ligt vóór het uitkeringsjaar (zelfde jaar als voor A);
Voor 1964 "betekent dit, dat de uitkering gelijk is aan:
kosten soc. zorg kosten soc.zorg alle gemeen-
80 eigen Gemeente over 1959; 1960 en 1961 /ten over 1961
100 3 vkosten soc.zorg alle gemeen
ten over 1959
Eigenlijk is de formule nog ingewikkelder, doch de factoren, die el
kaar opheffen zijn in bovenstaande opzet weggelaten (Er moet n.l. eigenlijk
voor 1964 eerst door 120 worden gedeeld en later weer met 120 worden ver
menigvuldigd dit is nodig om de factor sociale zorg met andere factoren
in een groter to .al te kunnen laten samenlopen).
Verder wordt verwezen naar de ter inzage gelegde losbladige uitgave
van de Financiële Verhoudingswet i960 en de toelichting hierop. Zie blz.
I - 118 t/m I - 121 en II - 2-7-1 t/m II - 2-9-8.
Onder kosten van sociale zorg worden begrepen:
a. de ten laste van de Gemeente gebleven kosten van ondersteuning, bedoeld
in hoofdstuk III van de Armenwet;
b. de ten laste van de Gemeente gebleven kosten van bij algemene maatregel
van bestuur, de Raad voor de Gemeentefinanciën gehoord, aan te wijzen
voorzieningen van sociale zorg en maatschappelijk werk;
onder a vallen:
1kosten van onderstand (hoofdstuk II begroting gemeentelijke Sociale
Dienst
2. kosten van krankzinnigenverpleging.
onder b vallen o.m.
1. uitgaven ingevolge art. 13 der Lager-onderwijswet 1920 (vervoer
leerlingen
2. uitgaven ingevolge rijksregelingen voor ondersteuning (hoofdstuk
III, begroting gemeentelijke Sociale Dienst)
3» kosten geneeskundig schooltoezicht;
4. subsidies gezinszorg;
5. subsidies algemeen maatschappelijk werk;
6. subsidies vorming bedrijfsjeugd.
Een volledig overzicht is opgenomen in het ter inzage gelegde los
bladige Financiële Verhoudingsbesluit i960. Zie blz. III - 19 t/m 25.