- 2 - Bruto nadelig saldo rekening 1961 Terugbetalingen in verband met de in werking treding van de Financiële Verhoudingswet i960 (via hoofdstuk I van de dienst 1962) Achterstallige uitgaven hoofdstuk I van de dienst 1962 Inkomsten in verband met de in werking' treding van de Financiële Verhoudingswet 1960 (hoofdstuk I van de dienst 1962) 12O65000-- Achterstallige inkomsten (inci. verrekening algemene uitkering ge meentefonds 1960hoofdstuk I van de dienst 1962) 634.000,-- 11 1 33- 800,— 44 800-- 11.812.600,-- 392.600,-- 12.457.600,-- 645.000,-- Netto batig slot De algemene reserve bedraagt na toevoeging van dit overschot rond 1.600.000,--. Onder mededeling, dat de Financiële Commissie zich hiermede kan ver enigen, stellen wij U voor de gemeentebegroting en de begrotingen van het V/oningbedri jfhet Grondbedrijf, de Openbare Werken, de Energiebe drijven en de Leeuwarder Sportstichting voor het dienstjaar 1961 te wij zigen overeenkomstig de ter inzage gelegde ontwerp-besluiten en voorts Uw goedkeuring te hechten aan een ter inzage gelegd besluit tot het wijzigen van de begroting van de gemeentelijke instelling voor Maatschap pelijk Hulpbetoon. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen, Burgemeester de Jong, Secretaris. Verzonden 22 november 196?3 - Presentiegeld voor het bijwonen van de raadsvergaderingen. Bijlage no. 344. Leeuwarden, 22 november 1963 Aan de Gemeenteraad. De vergoeding, die de leden van Uw Raad ontvangen voor het bijwonen van de raadsvergaderingen en de vergaderingen van de secties van de Raad is door Gedeputeerde Staten van onze Provincie net ingang van 1 januari 1960 vastgesteld op 15,-- por lid per vergadering. Omdat het mij wil voorkomen, dat het bedrag van deze vergoeding thans aan de lage kant is, heb ik mij met betrekking tot deze aangelegenheid tot Gedeputeerde Staten gewend net het verzoek te bewerkstelligen, dat het presentiegeld net in gang van 1 januari 1964 wordt bepaald op 20,-- per lid per vergadering. Dit bedrag komt ongeveer overeen net het gemiddelde bedrag, dat - naar mij uit het resultaat van een ingesteld onderzoek is gebleken - in een aantal, naar inwonertal net Leeuwarden vergelijkbare gemeenten, wegens presentiegeld aan de raadsleden wordt toegekend. Gedeputeerde Staten hebben, net verwijzing naar hetgeen is bepaald in artikel 64 van de Gemeentewet, gevraagd het oordcel van Uw Raad omtrent dit voorstel te mogen vernemen. Ik meen, dat ik na de bovenstaande korte uiteenzetting, hieraan weinig behoef toe te voegen. Daarom geef ik U in overweging Gedeputeerde Otaton te berichten, dat Uw Raad zich net het voor stel, zoals dat door mij is gedaan, kan verenigen. De wethouders hebben gemeend zich van het uitspreken van een oordeel omtrent deze aangelegenheid te moeten onthouden. Do Burgemeester van Leeuwarden, A.A.M. van der Meulen. Verzonden 22 november 1963»

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1963 | | pagina 455