No. 15541
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 28 novem
ber 1963 (bijlage no. 359);
BESLUIT
net maken van de bovenbouw van de basculebrug over de Dokkumer Eege
legen in het tracé van het noordelijke gedeelte van de ringweg, onder
hands aan te besteden en dit werk voor een nader door Burgemeester en
Wethouders te bepalen aannemingssom op te dragen aan de N.V. Machine
fabriek Stork-Jaffa te Utrecht.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Voorstel tot het voeren van verweer tegen K. Groen te Rijperkerk, wegens
een door deze tegen de Gemeente ingestelde rechtsvordering.
Bijlage no. 360,
Leeuwarden, 28 november 1QfiS
Aan de Gemeenteraad.
Bij exploit van 8 november j.l. heeft de heer K. Groen, te Rijper
kerk de Gemeente tegen 28 dezer gedagvaard voor de Arrondissementsrecht
bank te Leeuwarden, waarbij hij verzoekt een hem ten verzoeke van ons
College betekend dwangbevel nietig te verklaren, althans buiten effect
te stellen, met veroordeling van de Gemeente in de kosten van het geding.
V/ij zijn van oordeel, dat de Gemeente zich tegen deze eis in
rechte dient te verweren. Op grond van het bepaalde in artikel 209r
der Gemeentewet hebben wij daarom onverwijld maatregelen getroffen ter
voorkoming van verlies van recht en de rechtsgeleerde raadsman der Gemeen
te verzocht zich op 28 november 1963 voor de Gemeente procureur te stellen.
Met betrekking tot de zaak zelve merken wij het volgende op.
Het aan Groen betekende dwangbevel vloeit voort uit de omstandig
heid dat de Gemeente zich genoodzaakt heeft gezien om aan de eigenares
van de woning Harlingerstraat 4B, welke woning van 1953 tot 1962 door
ons College ten behoeve van Groen en zijn gezin op grond van de Woonruimte-
wet 1947 gevorderd is geweest, een schadevergoeding uit te betalen wegens
onzorgvuldige bewening. De Gemeente trad hierdoor in de rechten van de
eigenares met betrekking tot het verhaal van de schadevergoeding. Het
bedrag der schadevergoeding - 30?>50 - is gebaseerd op diverse ambte
lijke rapporten. Aan de hand hiervan zal de Gemeente naar wij aannemen
het bewijs van de gegrondheid van haar vordering kunnen leveren.
Gezien het vorenstaande geven wij U, onder verwijzing naar het ad
vies van de rechtskundig adviseur der Gemeente, in overweging te be
sluiten tot het voeren van verweer tegen de onderhavige vordering en
mitsdien over te gaan tot vaststelling van een besluit overeenkomstig
het hierna afgedrukte ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Le
euwaraen
A.A.M.van der Meuler Burgemeester,
de Jong Secretaris.
Verzonden 2 8 november 1963