dat de bezwaren van de sub 39 vermelde a.dressant zich richten
togen de schade, welke hij zal lijdon als gevolg van het opheffen
van de aansluiting van de Tijnjedijk op de ringweg en de aanleg
van de verbindingsweg tussen de Huizumerlann en de ringweg;
dat het laten vervallen van de geprojecteerde hoofdtoegangs
weg niet met de structuur van het ontwerp-uitbreidingsplan is te
verenigen en het handhaven van de kruising van de Tijnjedijk met de
ringweg uit veiligheidsoverwegingen ten opzichte van het verkeer
over de ringweg niet mogelijk is;
dat overigens schadeloosstelling, indien daartoe aanleiding
bestaat, voldoende verzekerd is;
dat ook deze bezwaren derhalve ongegrond dienen te worden ver-
klaard
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.
2 december 1963 (bijlage no. 361
gezien zijn besluit van 2 oktober no. 12467;
BESLUIT:
I. het gedeelte van het ontwerp-uitbreidingsplan t AldlAn",
waarin gelegen zijn de percelen van de reclamanten, vermeld
onder 1 t/m 4> - welk gedeelte roodomlijnd is aangegeven op
de bij dit besluit behorende tekening, gemerkt A - niet vast
te stellen en derhalve de bezwaren van deze reclamanten buiten
beschouwing te laten;
II. do bezwaren van de sub 32 vermelde adressant gegrond te
verklaren;
III. het bezwaar van de sub 37 vermelde adressante voor zover betreft
het tracé van de aan de westzijde van haar terrein geprojecteer
de weg gegrond te verklagen, maar haar overige bezwaren onge
grond te verklaren;
IV. het bezwaar van de sub 38 vermelde adressante gegrond te ver
klaren voor zover het betreft de bestemming van een strook
grond ter breedte van 12 meter en grenzende aan de oostzijde
van de bestaande veilinghal, maar het bezwaar overigens onge
grond te verklaren;
V. de bezwaren van de sub 5 t/m 3133 t/m 36 en 39 vermelde
adressanten ongegrond te verklaren;
VI. vast te stellen oen uitbreidingsplan in onderdelen !M t Aldlhn"
overeenkomstig de bij dit besluit behorende- tekening met dien
verstande, dat daarbij het op de mede bij dit besluit behorende
tekening, gemerkt A, roodomlijnd aangegeven gedeelte buiten
die vaststelling blijft en dat da..rin worden aangebracht de
wijzigingen, zoals die in rood zijn .aangegeven op de eveneens
bij dit besluit behorende tekeningen, gemerkt B, C en D;
VII. vast te stellen de bij het sub VI genoemde uitbreidingsplan
behorende bebouwingsvoorschriften, luidende als volgt;
Hoofdstuk I. Algemene bepalingen.
Artikel I.
Deze voorschriften verstaan onder:
1. het plan; het uitbreidingsplan in onderdelen voor gronden,
gelegen tussen de Potmarge, de Wijde Greuns, het Van
Harinxmakanaalde Verlengde Schrans en de Schrans;
2. de kaartde bij het plan behorende gewaarmerkte kaart;
3. geb ouwelke opstal, voor het oprichten waarvan een vergun
ning ingevolge de Woningwet is vereist;
4. woningeen complex van ruimten, dat krachtens indeling
geschikt en bestemd is voor de huisvesting van één gezin;
5eengezinshuiseen gebouw of een gedeelte van een gebouw
niet zijnde een meergezinshuis, bestaande uit één woning;
6. b e j aardenwoni ngeen woning, welke door vorm en indeling
kennelijk geschikt is voor bewoning door bejaarden;
7. bungaloween woning, waarvan alle vertrekken op de begane
grond zijn gelegen;
8. meergezinshuisoen gebouw, niet zijnde een rij van aanoen-
gebouwde eengezinshuizen, in welk gebouw meerdere woningen
zijn ondergebracht in dier vooge, dat de woningen elk in êên
of meer bouwlagen zijn gelegen en dat de woningen geheel of
gedeeltelijk boven respectievelijk onder elkaar zijn gelegen;
9- onderbouwde onderbouw, bedoeld in artikel 89 van de Bouw
verordening voor het Stadsgebied, waarin bergingen en auto
boxen kunnen worden ondergebracht;
10. bouwlaagelke ruirnto tussen twee vloeren van een gebouw,
waarin voor bewoning bestemde ruimten zijn gelegen, de onder
bouw daaronder niet begrepen, alsmede de ruimte tussen de
hoogst gelegen vloer en het platte dak of de zolderverdieping;
het aantal bouwlagen is. op do kaart in profielen weergegeven;
11. bebouwingsprofielde vsrtikale doorsnede over de bebouwing;
12. beb0uwingsstrcokde op de kaart met een dikke getrokken lijn
omgeven grondstrook;
13. grenslijn der bebouwing; de lijn, welke bij het bouwen, hot
geheel vernieuwen of het uitbreiden van gebouwen niet mag
worden overschreden.
Artikel 2.
Burgemeester en Wethouders kunnen;
a. al dan niet onder door hen te stellen nadere eisen ten aan
zien van plaats en afmetingen, toestaan, dat niet voor be
woning bestemde gebouwen van geringe omvang ten dienste van
het algemeen nut, zoals wachthuisjes voor verkeersdiensten,
telefooncellen en dergelijke worden gebouwd in afwijking van
de in het plan aan de grond gegeven bestemming;
b. enig onderdeel van do grens of de richting van een straat of
een voetpad of de vorm of indeling van een straat, een voet
pad of een plein nader vaststellen en de vorm van de huizen
blokken dienovereenkomstig wijzigen, wanneer bij de defini
tieve uitmeting blijkt, dat deze afwijkingen noodzakelijk zijn
voor oen goede aanpassing van het plan aan de werkelijke
toestand of voor het vorkrijgen van een betere stedebouw-
kundige vorm;
c. afwijkingen toestaan van de- indeling van de wegen, zoals
deze op de kaart is aangegeven, indien de verkeersontwikke
ling dit wenselijk maakt.
- 6 -