2. Burgemeester en Wethouders kunnen, onder het stellen van
nadere voorwaarden ten aanzien van de pi?
afmetingen do bouw van gebouwtjes toestaai
hoofde van de bestemming der terreinen ni<
gemi st
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kunnen
Burgemeester en Wethouders, al dan niet onder hot stellen
van nadere voorwaarden, hot oprichten van gebouwtjes van be
scheiden omvang toestaan, welke uit hoofde van de bestemming
van de in het eerste lid bedoelde terreinen niet kunnen
worden gemist.
2.
- 12 -
Burgemeester en Wethouders kunnen toestaan, dat op de in het
eerste lid bedoelde terreinen per bedrijf ten hoogste 2 wo
ningen worden gesticht, welke voor de uitoefening van het
bedrijf niet kunnen worden gemist.
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten
aanzien van de plaatsing, vorm en afmetingen van do in het
eerste en tweede lid bedoelde gebouwen.
par. 11 Industrie.
Artikel 2;
3-
Op de gronden, aangewezen voor industrie, mogen.uitsluitend
niet voor bewoning bestemde gebouwen worden opgericht ten
behoeve van de industrie, zoals fabrieken, werkplaatsen,
opslagplaatsen en dergelijke met de daarbij behorende
kantoren en magazijnen, en voor wat betreft het terrein,
nader aangeduid met "reserve terrein voor rioolwater
zuivering" voor gebouwen en installaties ten behoeve van de
rioolwaterzuivering.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd:
a. al dan niet onder door hen t^ stellen nadere voorwaarden,
vrijstelling te verlenen van het bepaalde in het eerste
lid, door toe te staan, dat bij een bedrijf, als in dat
lid bedoeld, ten hoogste twee dienstwoningen worden
gesticht
b. nadere eisen te stellen met betrekking tot plo,atsing en
afmetingen van de in het eersto lid bedoelde gebouwen.
Gebouwen als bedoeld in het eerste en het tweede lid, mogen
de op de kaart aangegeven grenslijnen der bebouwing niet
overschri j den.
par. 12 Tuinbouw, kwekerij enz.
Artikel 24.
1. De gronden, aangewezen voor tuinbouw, kwekerij enz. mogen uit
sluitend worden bebouwd met kassen en broeikassen (zgn. pint
glas).
2. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd;
a. nadere eisen te stellen ton aanzien van de plaats en de
afmetingen van dc in het eerste lid bedoelde gebouwen;
b. al dan niet onder het stellen van nadere voorwaarden ten
aanzien van de plaats en de afmetingen, too te staan, dat
op dc in het eerste lid bedoelde gronden andere bedrijfs
gebouwen, dan bedoeld in dat lid, worden gesticht, welke
voor de uitoefening van het bedrijf niet ku-nnen worden
gemist; de totale oppervlakte van deze gebouwen mag per
bedrijf ten hoogste 150 m2 bedragen.
c. al dan niet onder het stellen van nadere voorwaarden ten
aanzien van plaats, vorm en afmetingen, toe te staan, dat
ten behoeve van een bedrijf ten hoogste twee dienstwoningen
worden gebouwd.
3. De in hot eerste en tweede lid bedoelde gebouwen mogen de op
de kaart aangegeven grenslijnen der bebouwing niet over
schrijden.
8* r v
Gronden, aangewezen voor sportterreinen,
bestemd voor het gebruik ten behoeve van
andere aktieve recreatie. De op de kaart
- 13 -
par. 13 Terreinen voor sport en recreatie.
Artikel 23.
zijn uitsluitend
de sport en
aangegeven ge
bouwen en indeling in sportvelden zijn figuratief bedoeld.
lats, vorm en
m, welke uit
ot kunnen worden
Artikel 26.
Gronden, aangewezen voor speelterreinen, mogen uitsluitend
worden bebouwd met gebouwtjes, welke uit hoofde van de- bestem
ming van die terreinen niet kunnen worden gemist. Burgemeester
en Wethouders kunnt-n ten aanzien van de plaats, vorm en af
metingen dier gebouwen nadere voorwaarden stellen.
Artikel 27»
1. Op gronden, aangewezen voor volkstuinen, is het oprichten
van gebouwen niet toegestaan.
par.,'14 Begraafplaats
Artikel 28.
1. Gronden, aangewezen voor begraafplaats, mogen uitsluitend
worden bebouwd met gebouwen, welke uit hoofde van dt bestem
ming der gronden niet kunnen worden gemist.
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere voorwaarden
ten aanzien van plaats, vorm
if metingen van de- in
stollen
het
eerste lid bedoelde gebouwen.
par. 15 Jachtwerven en botenhuizen.
Artikel 29.
Op de gronden, aangewezen voor jachtwerven en botenhuizen,
mogen uitsluitend gebouwen worden opgericht, die bestemd zijn
voor het bouwen, het onderhoud en het opbergen van plezier
vaartuigen.
2. Burgem.
ster en Wethouders kunnen toost:
het eerste lid bedoelde
dat op de in
3-
'onden per bedrijf ten hoogste
2 woningen worden gesticht, welke voor de uitoefening van
het bedrijf niet kunnen worden gemist.
Burgemeester en Wethouders kunnen nader eisen stellen ten
aanzien van de plaats, vorm en afmetingen van de in het
eerste en tweede lid bedoelde gebouwen.