Instellen beroep bij H.M. de Koningin tegen weigering goedkeuring door Gedeputeerde Staten van Friesland van raadsbesluit tot verkoop van grond. Bijlage no. 175Leeuwarden, 29 mei 1963. Aan de Gemeenteraad. Bij besluit van Uw Raad van 12 december 1962, no. 16944» werd aan de Coöperatieve Vereniging U.A. Centrale der Nederlandse Verbruikscoöperaties Co-op Nederland, gevestigd te Rotterdam, verkocht een perceel grond, groot plm. 3500 m2, gelegen in een gebied, dat wordt omsloten door Tulpenburg, Romkeslaan, Achter Tulpenburg en Fabriekssteeg, tegen een voorlopige prijs van 30,-- per m2. Genoemde vereniging heeft het voornemen in dit gebied een nieuwe broodfabriek te stichten. Bedoeld raadsbesluit werd door ons ter goedkeuring ingezonden aan het College van Gedeputeerde Staten van Friesland. Bit College heeft, nadat het de beslissing met twee maanden had verdaagd, bij besluit van 13 mei 1963, afd. 2, no. 206, de goedkeuring onthouden. Aan deze beslissing liggen de volgende motiveringen ten grondslag; dat vestiging van een dergelijk bedrijf in de binnenstad zal bijdra gen tot intensivering van het stadsverkeer, hetwelk thans reeds tot zulke grote moeilijkheden aanleiding geeft, dat in de toelichting op het door Burgemeester en Wethouders aan de Gemeenteraad voorgelegde ontwerp-struc- tuurplan wordt geconstateerd, dat het verkeer in het centrum van de stad binnenkort dreigt vast te lopen; dat weliswaar dit structuurplan voorziet in een verbetering van de verkeerssituatie doch dat thans nog niet vaststaat hoe het structuurplan er uiteindelijk zal komen uit te zien, noch in welk tempo dit plan - eenmaal vastgesteld zijnde - tot uitvoering zal kunnen worden gebracht; dat Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, nadat hun op boven vermelde bezwaren was gewezen, in een nadere toelichting hebben medege deeld, dat zij, mede met het oog op die bezwaren, er bij Co-op met klem op hebben aangedrongen een terrein in het industriegebied te kopen; dat Co-op het echter om allerlei redenen noodzakelijk acht de fa briek te vestigen in de binnenstad, waarbij, naar Burgemeester en V/et- houders mededeelden, onder meer het argument werd gebezigd, dat de af stand van het industrieterrein tot de verschillende wijken van de stad voor de broodbezorgers veel te lang zou zijn; dat Burgemeester en Wethouders op dringend verzoek tenslotte mede werking hebben toegezegd voor verkoop van een terrein nabij Tulpenburg; dat - wat er ook zij van de motieven, welke Co-op er toe hebben ge bracht om in de onderhandelingen vast te houden aan een terrein in de binnenstad - deze niet mogen praevaleren boven het gemeentelijk belang, dat zich er naar liun mening ernstig tegen verzet om in de gegeven om standigheden aan net onderhavige terrein de onherroepelijke bestemming van fabrieksgebouw te geven. In een nadere toelichting hebben wij Gedeputeerde Staten medegedeeld, dat v/ij een belangrijke intensivering van het stadsverkeer in dit gebied door de vestiging van een broodfabriek niet alleen door de dagelijkse trek van werknemers, maar ook door de dagelijkse afvoer van producten, menen te moeten betwijfelen» Wij hebben aangevoerd, dat blijkens verkre gen inlichtingen het aantal werknemers van de fabriek beperkt zal blijven omdat de fabricage zoveel mogelijk geautomatiseerd zal worden. Voorts dient er rekening mede te worden gehouden, dat als gevolg van de snelle stadsuitbreiding de afvoer van producten van de broodfabriek steeds meer per auto en dus in grotere hoeveelheden tegelijk (en dus minder frequent) zal geschieden. Daar komt bij, dat in de onmiddellijke omgeving van het terrein, waarop de broodfabriek zou worden gesticht, de magazijnen zijn gevestigd

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1963 | | pagina 81