mé
Verpachting gardeniersland
Bijlage no. 7. Leeuwarden, 6 december 1963.
Aan de Gemeenteraad.
Op 1 januari 1964 eindigt de tussen de Gemeente en de heer C. van
Dijk bestaande pachtovereenkomst ten aanzien van het perceel gardeniers
land, kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie G, no. 77 (ged.), voorzo
ver gelegen aan de oostzijde van de AldlansdykDe pachtovereenkomst gold
voor het kalenderjaar 1963»
In verband met een regeling voortvloeiende uit een eerder met de
heer Van Dijk totstand gekomen pachtontbindingsovereenkomstdient de
verpachting voor het komende jaar opnieuw te worden geregeld. De verpach
ting kan naar onze mening tegen dezelfde pachtprijs (ad 167»--) en onder
dezelfde voorwaarden plaats vinden. De pachter kan zich hiermede verenigen.
Op ons verzoek heeft de Grondkamer voor Friesland bereids een ver
pachting voor het tijdvak van 1 januari 1964- "tot 1 januari 1 965 goedge
keurd. Voorts werd toestemming verleend dat in de te sluiten pachtovereen
komst het beding, bedoeld in artikel 62, sub d, der Pachtwet, wordt opge
nomen, inhoudende, dat de overeenkomst te allen tijde door de verpachter
kan worden beëindigd, indien en voorzover de bestemming de beëindiging
naar zijn oordeel noodzakelijk maakt.
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te besluiten
overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. van der Meulen Burgemeester.
de Jong Secretaris.
Verzonden 20 december 1963.