moeilijk zou zijn de te ontwerpen woningen te bouwen tegen een prijs, die voor de Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid acceptabel zou zijn. Het aantal typen woningen in een buurteenheid zou naar zijn mening te groot zijn, om tot een rationele bouw te kunnen geraken. Dit zou al leen mogelijk zijn bij vergroting van de opdracht. Het is toen architect Witteveen geweest, die na overleg met ons College en met instemming van zijn principaal, de Woningstichting "Patrimonium", contact heeft gezocht met het Architectenbureau Van den Broek en Bakema te Rotterdam. Het resultaat hiervan is geweest, dat laatstgenoemd architectenbureau tevens is ingeschakeld bij de ontwikkeling van de diverse woningbouwplannen. Vervolgens menen wij goed te doen nog enige toelichting te geven op de inschakeling van de Stichting Ratiobouw bij de voorbereiding van de woningbouwplannen. Het was ons gebleken, dat de op basis van het vastgestelde uitbreidingsplan in hoofdzaak berekende grondprijzen in t Ielan dermate hoog waren, dat wij ons afvroegen, of het mogelijk zou zijn deze te effectueren. Ter voorkoming van misverstand moet hier bij worden opgemerkt, dat bij de gemaakte prijscalculatie rekening was gehouden met de bouw van oen aantal eengezinshuizen, dat oen veelvoud is van het aantal, dat sou kunnen worden gebouwd volgens de opzet van het hoofdzakenplan en dat ook op zichzelf een hoog percentage uitmaakte van het totale aantal woningen. Het aantal etagewoningen zou namelijk aanmerkelijk worden beperkt. Om echter het opgevoerde aantal eengezins woningen per buurteenheid niet weer voetstoots te mitigeren hebben wij contact gezocht mot de op het gebied van de organisatie van de woning bouw bekende Stichting Ratiobouw te Rotterdam. Mij kwamen daarbij tot de conclusie, dat het met de door genoemde stichting voorgestelde orga nisatie mogelijk zou zijn de grondkosten belangrijk te drukken, mede door het tempo van het bouwrijpmaken van de onderscheidene bouwterreinen zo veel mogelijk de synchroniseren met de bouwwerkzaamheden. Het is ons thans gebleken, dat deze conclusie juist is geweest. Aan inschakeling van de Stichting Ratiobouw waren overigens nog meer voordelen verbonden, zoals het uitvoeren van de bouwplannen volgens een arbeidsbesparende methode, hetgeen impliceert, dat onze Gemeente aanspraak zou kunnen maken op een toeslag op het haar toegewezen contingent woningen van 25 'fo* Met het oog op het door de huidige Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijver heid gepropageerde woningbouwbeleid achten wij het voorts een gelukkige omstandigheid, dat de Stichting Ratiobouw bij de ontwikkeling van het onderwerpelijke woningbouwplan betrokkc-n is. Door samenwerking van de stedebouwkundigen, architecten, Ratiobouw, aannemers, woningbouwcorporaties en Gemeente ontstond ten slotte, zoals wij reeds in ons in dc aanhef genoemde voorstel schreven, een plan voor de houw van 2089 woningen, bestaande uit twee typen eengezinswoningen en meergezinswoningen, te bouwen volgens het U bekende splitlevoltype. V/ij achten het in het kader van deze nota overbodig dit splitleveltype nog eens te omschrijven, omdat wij zulks reeds eerder deden en U bovendien reeds kennis nam van de hierop betrekking hebbende tekeningen. Bovendien werden de plannen reeds in een vrij vroeg stadium uitvoerig toegelicht door de drie architecten en een vertegenwoordiger van de Stichting Ratiobouw. Wel willen wij er bij deze gelegenheid op attenderen, dat voor dit type woningen ook van de zijde van beleggers bijzonder grote belangstelling bestaat. Helaas heeft de Woningstichting "Patrimonium" zich begin november j.l. als participante in het plan teruggetrokken. De woningbouwcorporaties "Beter Wonen" en "Sint Joseph" bleven echter met ons met enthousiasme streven naar een spoedige uitvoering van het bouwplan. Zoals wij reeds mededeelden heeft de Minister van Volkshuis vesting en Bouv/nijverheid gemeend zijn medewerking aan do realisering van de eerste fase van 855 woningen vooralsnog niet te kunnen verlenen, omdat de prijs voor deze woningen te veel afweek van de op zijn departe ment berekende richtprijs. Het behoeft wel geen betoog, dat de beslissing van de Minister voor ons College een teleurstelling betekende, niet alleen omdat daar door de realisering van een plan, waaraan zoveel tijd en moeite was be steed, nog langer zou moeten worden uitgesteld,dan wel geheel achterwege zou moeten blijven, maar ook omdat aldus geen uitvoering zou kunnen wor den gegeven aan het voornemen nu eens woningen te bouwen met een hogere woonwaarde, dan tot dusver gebruikelijk was. Toen ons dan ook in het be gin van dit jaar ter ore kwam, dat de Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid zich bereid had verklaard in princ'ipe genoegen te nemen met een overschrijding van de berekende richtprijs met 5 vcor een soortgelijk plan als h-t onze, uit te voeren in een andere Gemeente, hebben wij gemeend te moeten nagaan of alsncg mogelijkheden aanwezig waren om tot realisering van ons plan te komen.Wij vonden hiertoe te meer aanleiding omdat ons was gebleken, dat een grote beleggingsinstel ling, de N.V. Beheer- en Beleggingsmaatschappij "Immofund" te Rotterdam, bijzonder veel belangstelling toonde voor bepaalde delen van hot ontwik kelde woningbouwplan en wel in hot bijzonder voor de splitlevelwoningen derhalve voor de middelhoge en hoge woongebouwen. Ons onderzoek bracht aan het licht, dat participatie van genoemde belegger een re'éle mogelijk heid was en dat gebruikmaking van deze mogelijkheid zou kunnen leiden tot realisering van hot woningbouwplan. Dc met genoemde maatschappij gevoerde onderhandelingen hebben ten slotte geleid tot haar verzoek om voor haar rekening te mogen bouwen alle splitlevelwoningen, geprojecteerd in de b>_ide onmiddellijk ten oosten van de Dokkumer Ee te cre'éren buurt eenheden, alsmede in de beide onmiddellijk ten noorden van de ringweg, gedachte buurteenheden, ten westen van de Dokkumer Ee. Alle in deze buurteenheden gedachte middelhoge en hoge woongebouwen zullen volgens deze opzet dus niet in de woningwetsec tor worden gebouwd. Aangezien "Immofund" haar woningen zal moeten finan cieren met geld, dat tegen een hoger percentage wordt aangetrokken dan mogelijk is voor woningwetwoningen en voorts in de exploitatie van deze woningen geen rijksbijdrage ontvangt, zal de huur van de particuliere woningen hoger worden dan het geval is met do splitlevelwoningen, die nog moeten worden gebouwd in do noordelijke oenheden, gelegen ten westen van de Dokkumer Ee. Om oen huurverschil acceptabel te- maken acht do be leggingsmaatschappij het nodig haar plan iets afwijkend tc maken van het woningwetplan. Zij heeft de architecten daarom opdracht gegeven de diepte van de voor haar rekening te bouwen woningen met 1 meter te ver groten. Bovendien zal de uitvoering van haar woningen worden verfraaid. Dit betekent echter, dat de tot dusver bestaande uniformiteit ten aan zien van de splitlevelwoningen wordt verbroken. De serie woningen, welke voor "Immofund" zal worden gebouwd is niettemin nog groot genoeg om ge bouwd te kunnen worden volgens een arbeidsbesparende methode. De over blijvende serie woningwetwoningen van het splitlevoltype in de evenbe- doelde noordelijke buurteenheden werd echter te klein en moest volgens de richtlijnen van de Stichting Ratiobouw een uitbreiding ondergaan. Bovendien bleek het mogelijk elke groep van drie bijelkaar staande middel hoge en hoge woongebouwen zodanig op te zetten, dat één woongebouw 4 bouwlagen zou tellen, één woongebouw 7 bouwlagen en het hoge woongebouw evenals tot dusver, 12 woonlagen. Het plan, dat aldus is ontstaan, omvat thans in totaal 2563 woningen. Voor het verkrijgen van een juist overzicht mogen wij IJ verwijzen naar du bij de stukken voor U ter inzage gelegde situatietekening, waarop wij de hoogte van de- diverse bouwblokken hebben aangegeven, alsmede de sectoren, waarin de woningen zullen worden gebouwd. De IT.Y. Beheer- en Beleggingsmaatschappij "Immofund" wenst voorts voor haar rekening voor de verhuur te bouwen 146 eengezinswoningen over eenkomstig het eerder aan Uw Raad overgelegde plan, zij het met een enigs zins luxere uitvoering. Deze woningen zijn opgenomen in do tweede buurt eenheid, gelegen onmiddellijk ten noorden van de ringweg en ten westen van de Dokkumer Ee.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1964 | | pagina 124