- 2 -
9. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding,
als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wet
boek
10. de te stichten opstallen dienen te worden ontworpen onder super
visie van de architect der gemeente Leeuwarden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Regeling vuilverwerking.
Bijlage no. 15» Leeuwarden, 17 december 1963»
Aan de Gemeenteraad.
Ba de verschijning van het K.B. van 30 juni I960, waarbij het onmogelijk
werd gemaakt de vuilstorting door onze Gemeente op het grondgebied van de
gemeente Idaarderadeel (Wartena) voort te zetten, stond het van meet af aan
wel vast, dat een vervangende stortplaats niet te vinden zou zijn binnen de
grenzen van de gemeente Leeuwarden. Al spoedig bleek, dat verschillende ge
meenten in de provincie Friesland de vrees koesterden dat de gemeente Leeuwar
den een vuilstortplaats op hun grondgebied wilde gaan exploiteren, hetgeen
de betreffende gemeentebesturen inspireerde een verbod tot het storten van
afvalstoffen in de Politieverordening dier gemeenten op te nemen.
Het was dus wel duidelijk, dat wij moesten omzien naar een geheel andere
methode van vuilafvoer, c.q. -verwerking.
Het besluit van Tlw Raad om voor een periode van 3 jaar (met recht van
verlenging tot maximaal 5 jaar) een overeenkomst inzake de vuilafvoer aan te
gaan met de N,V. de Toekomst te ïïilnis, bood ons gelegenheid de mogelijkheden
op het gebied van de vuilafvoer c.q. verwerking nader to bestuderen.
Deze mogelijkheden zijn vrij beperkt. Een groot aantal gemeenten, dat
zich momenteel nog door storting in de open lucht van de ingezamelde afval
stoffen ontdoet, ondervindt moeilijkheden omdat de stortplaatsen vol raken
of te dicht bij de stadsuitbreidingen komen te liggen.
Het vinden van nieuwe stortplaatsen wordt steeds moeilijker, ook al van
wege de aan storting in de open lucht verbonden hygiënische en esthetische
bezwaren. Zoals wij in de aanvang reeds betoogden moet het uitgesloten worden
geacht in de onmiddellijke omgeving van Leeuwarden een geschikte stortgelegen-
heid te vinden, voor een hoeveelheid van 20.000 h 25»000 ton afvalstoffen per
jaar.
Vuilverbranding vergt een miljoeneninvestering en is alleen toe te pas
sen in gemeenten met een bevolkingsconcentratie van 500.000 a 600.000 in
woners. In het huidige tijdsbestek is vuilverbranding voor de gemeente Leeu
warden niet realiseerbaar, ook niet in samenwerking met andere Friese gemeen
ten omdat de aanvoerlijnen te lang en de overslag- en transportkosten te
hoog zouden worden. Wij menen dat de ontwikkeling op langere termijn het
noodzakelijk maakt aandacht te blijven schenken aan de mogelijkheden voor een
definitieve oplossing.
Zoals Uw Raad bekend is, hebben wij gedurende enkele jaren onderhandeld
met de H.V. Vuilafvoer Maatschappij (V.A.M.) over een 30-jarig contract voor
afvoer der afvalstoffen naar het compostoringsbedrijf van genoemde H.V. te
Wijster.
Uit organisatorisch en technisch oogpunt bezien is een dergelijk con
tract voor de Gemeente aantrekkelijk aangezien de gang van zaken dan als
volgt zou zijn:
De Gemeente bouwt in de omgeving van het station oen vorlaadinrichting
met verbrandingsoven voor het grofvuil en oen weegbrug. De afvalstoffen -
met uitzondering van het grofvuil - worden gestort in wagons van de V.A.M.
De N.S. verzorgen het transport en de V.A.M. do verwerking tot compost.
De uitgesorteerde en onverwerkbare stoffen worden door de V.A.M. gestort.
Financieel bezien is de aanbieding van de V.A.M. echter onaantrekkelijk,
In de laatste aanbieding bedingt de V.A.M. een vergoeding van f. 10,50 pe^
1000 kg? met een minimum van f. 300,per wagonlading voor het huis- en
straatvuil, gebaseerd op het loon- en prijspeil van januari 1963.
Industrieafval mag niet aan de V.A.M. worden afgegeven tenzij hiervoor een
aparte regeling is getroffen (tegen een hogere vergoeding) en het niet betreftj
sterk giftige, sterk bijtende of licht ontvlambare stoffen, vloeibare of half
vloeibare stoffen, voor de landbouw nadelige stoffen en voorwerpen die zwaar
der zijn dan 20 kg.