a
M
Ho, 5647»
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen de voorstellen van Burgemeester en Wethouders van 19 april
1964 ("bijlage no. 141 en 22 april 19&4 (bijlage no. 143);
gelet op artikel 52 van de Woningwet, het Woningbeslu.it en de
Beschikking Bijdragen Woningwetbouw 1950;
BESLUIT
I. Rijksvoorschotten aan te vragen en te aanvaarden tot een bedrag
van 4«563«507»-- of zoveel meer of minder ais de Minister
van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid zal verlenen voor de
financiering van het door de Woningbouwvereniging "Beter Wonon"
en de "Woningstichting St. Joseph" beiden te Leeuwarden, gezamen
lijk uit te voeren plan voor de bouw van 208 woningen en 27
garages op terreinen gelegen nabij de Oude Lekkumerdyk
II. aan de Woningbouwvereniging "Beter Wonen" en de "Woningstichting
"St. Joseph", voornoemd voor de uitvoering van het onder I be
doelde plan voorschotten te verlenen ten bedrage vans
a. 850.055,-- of zoveel meer of minder, als de Minister van
Volkshuisvesting en Bouwnijverheid voor de stichtingskostcn
in aanmerking zal nemen, voor kosten van aankoop en bouwrijp-
maken c.a. van de bovenbedoelde terreinen (grondvoorschot
zulks tegen een rentevoet van 4 en met een aflossingstemijn
van 75 jaar;
b. 3«713«452,-- of zoveel meer of minder, als de Minister van
Volkshuisvesting en Bouwnijverheid voor de stichtingskoston
in aanmerking zal nemen, voor de kosten van de bouw van do
onder I bedoelde woningen en garages (bouwvoorschotzulks
tegen een rentevoet van 4 per jaar met een aflossingstemijn
van 50 jaar;
III. Burgemeester en Wethouders te machtigen in gezamenlijk overleg
met de onder I genoemde woningbouwcorporaties de te bouwen wo
ningen en garages onder de beide corporaties te verdelen en do
onder II bedoelde voorschotten te verdelen naar rato van de
aan elk der genoemde corporaties toe te delen woningen en garages;
IV. de aider II en 3H veimeLde voor schotten aan de onder I genoemde woning
bouwcorporaties te verstrekken onder de voorwaarden, genoemd in
de artikëLen 19 en 20 van het Woningbesluiten de voorwaarden,
welke de Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid aan
het verlenen van de financiële sxeun uit 's Rijks kas zal ver
binden; het bedrag der boete, bedoeld in artikel 19? onder c,
van het Woningbesluitwordt gesteld cp 35.000,--;
V. uit 's Rijks kas, overeenkomstig de bepalingen van de Beschik
king Bijdragen Woningwetbouw 1950, een zo hoog mogelijke jaarlijkse
bijdrage in het exploitatietekort van de onder I bedoelde wonin
gen aan te vragen en te aanvaarden;
VI. aan elk der onder I bedoelde woningbouwcorporaties voor eer-
tijdvak van ten hóógste 50 jaar, aanvangende op do datum, waarop
de woningen voor bewoning gereed komen, een jaarlijkse bijdrage